Vlinders leven langer dankzij kou
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
De Vlinderstichting krijgt de laatste tijd regelmatig telefoontjes van verontruste vlinder- en libellenliefhebbers die zich zorgen maken over de kou van de afgelopen weken. Men vraagt zich af of vlinders en libellen dit weer wel overleven.
Het is tot dusver een koele meimaand geweest met maar weinig zonnige warme dagen. Vlinders houden van warmte. Sterker nog: ze kunnen pas goed actief zijn als ze een lichaamstemperatuur van zo’n 30 graden Celsius hebben. Ze kunnen niet, zoals wij mensen, zelf hun temperatuur op peil houden, maar ze hebben de warmte van buitenaf nodig. De luchttemperatuur is in ons land natuurlijk zelden 30 graden, maar als de zon schijnt kunnen ze toch de juiste temperatuur bereiken.
Ze gebruiken hun vleugels hierbij als zonnecollectoren. De atalanta spreidt zijn vleugels zover mogelijk uit, zodat de bijna zwarte kleur rond en op zijn lijfje zoveel mogelijk stralen kan opvangen en omzetten naar warmte. Witjes hebben hun vleugels juist een beetje in een V staan. De witte kleur op de vleugels reflecteert de stralen en door deze houding wordt de warmte effectief naar het lijfje gebracht.
Op dagen dat het te koud is en ook de zon niet schijnt zitten de vlinders helemaal in rust. Ze kruipen weg onder bladeren of diep in de plantengroei, maar er zijn er ook die gewoon bovenin een plant zitten en daar afwachten op betere omstandigheden. Als ze stil zitten slijten ze niet en dat betekent dat ze langer zullen leven. Vlinders zoals koolwitjes, blauwtjes en vuurvlinders leven maar een paar dagen. Dat komt doordat bij een vlinder, nadat hij uit de pop is gekomen, niets meer aangroeit. Een vlinder is ‘af’ en wordt alleen maar minder. Alles wat slijt is voorgoed verdwenen. Dat betekent dus ook dat complete rust, zoals bij koud en bewolkt weer, niet direct dodelijk is voor een vlinder, maar dat hij minder slijt en dat hij dus langer door kan vliegen. We hoeven dus niet verontrust te zijn hoewel het prettig zou wezen als er zonnige warme dagen komen. Is het niet voor de vlinders en libellen, dan wel voor ons zelf.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting