Wat heeft Jan met Gent te maken?
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Spaanse mus, Vlaamse gaai, Jan-van-Gent: allemaal vogels met een geografische verwijzing in de naam. Vaak is het echter niet (meer) duidelijk waar die referentie op slaat. Eerder probeerden we al te achterhalen hoe Vlaams de Vlaamse gaai wel is. Dit keer komt het Gentse karakter van de Jan-van-Gent aan bod.
Houttuyn deed in 1763 al een verklarende poging. Hij stelde dat men in Schotland deze sierlijke zeevogel eerde met de naam ‘‘Gentleman’, wegens zijne deftige houding en dit zal aanleiding gegeven hebben tot den naam Gent of Jan van Gent, by welken hy bekend is in de Nederlanden’. Hoe goed het verhaal ook klinkt, het klopt niet.
Jan-van-Gent vindt zijn intrigerende oorsprong in de oude Engelse naam Bass Goose. Deze zeevogel is genoemd naar de sinds 1447 bekende broedplaats in Scholtand: Bass Rock, een oude vulkanische rots in zee, circa 30 km ten noordoosten van Edinburgh. Bass Goose werd in het Nederlands Bassaangans. Het Engelse Gannet weerspiegelt de ganzenlink: het middelengelse ‘ganet’ gaat immers terug op het oudengelse ‘ganot’ wat op zijn beurt dan weer verwant is met ‘gos’ en dat betekent ‘gans’. Hoe Gannet werd omgetoverd tot Gent is niet meteen duidelijk. Bassaan werd mogelijk voor de lol maar vermoedelijk eerder uit onbegrip vervangen door ‘Jan van’.
Het gebruik van mannelijke persoonsnamen werd wel vaker aangewend om vogels (en eventuele eigenschappen) aan te duiden. Jan-van-Genten zijn immers behept met een menselijke eigenschap: de zotheid. Jannen lieten zich - net als vele andere zeevogels die nauwelijks mensen gewend zijn - gemakkelijk vangen. De zeelui van weleer vonden dit best ‘zot’. De Vlaamse volksnaam ‘zeezot’ reflecteert vermoedelijk het handtamme, gekke karakter van deze sierlijke vogel. Leuk detail: ook de wetenschappelijke naam van Jan-van-Gent werd recent gewijzigd van Sula bassana naar Morus bassanus. En laat die Morus nu net zijn afgeleid van het Griekse moros wat ‘zot’ betekent.
De naam Jan-van-Gent was al in gebruik bij de 17de eeuwse Hollandse walvisvaarders. Georges-Louis-Leclerc, Compte de Buffon (1707-1788) verfranst in zijn ‘Histoire Naturelle des oiseaux’ (1770-1783) deze naam tot ‘Jean-de-Gand’ maar hij dacht dat hiermee de grote mantelmeeuw bedoeld wordt. Hoe het ook zij: met Gent, hoofdstad van de Belgische provincie Oost-Vlaanderen, heeft deze fraaie zeevogel niets te maken.
Voor mensen met een gezonde interesse in de etymologie van Nederlandse vogelnamen is er slechts één absolute aanrader: 'Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen' van K.J. Eigenhuis, 2004.'
Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto's: Diederik D'Hert