Siberische lente zet vogelwereld op haar kop
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Educatie [land] op [publicatiedatum]
De aanhoudende koudegolf zorgde de voorbije weken al voor vertraagde aankomsten van lentegasten. Afgelopen weekend zagen we een uitbraak van Siberische lucht met op zondag 24 maart intense sneeuwval bij een gure noordoostenwind en zelfs overdag gevoelstemperaturen beneden de -10 °C. Dit zorgde voor een uitzonderlijk fenomeen: sneeuwtrek in de lente!
Zelfs vogeltellers met tientallen jaren ervaring hebben iets dergelijks nog nooit meegemaakt. Soorten als Kievit en Goudplevier zijn echte vorstvluchters die op en neer pendelen met de vorstgrens. Maar dit jaar is het wel echt een jojo-bedoening. In de winter zagen ze zich al genoodzaakt om diep naar het zuidwesten af te zakken. In de loop van de maand maart schoven ze met horten en stoten op richting broedgebieden, waarbij de tegenwind hen vaak een halt toeriep. Een of enkele dagen wachten volstaat dan normaal om terug kunnen door te schuiven.
Dit jaar is het anders. De extreme koude en felle noordoostenwind nodigde hen uit om massaal op hun stappen terug te keren. Massale vogeltrek naar het zuidwesten in de derde decade van maart, nooit vertoond. De weinige bemande telposten leverden onwaarschijnlijke aantallen op. Over de Maatheide in Lommel ijlden meer dan 1.200 Kieviten zuidwaarts en in Brugge waren het er 942. Naast de typische vorstvluchters deden ook de Veldleeuweriken en lijsterachtigen een bescheiden duit in het zakje. Sneeuwtrek heet zoiets dan. Normaal zien we zoiets enkel diep in de winter. Over de Maten In Genk vloog zelfs een Ruigpootbuizerd naar het zuidwesten, nochtans een winterharde soort. Uiteraard vraagt dit alles veel energie van deze vogels. Dit kan hun conditie aantasten en zo mogelijk het komende broedseizoen hypothekeren.
Er zijn nog strategieën om met deze late koude om te gaan. Zo werden Blauwborsten en losse groepjes Tjiftjaffen gezien die bij rivieren net langs de waterlijn foerageerden, als waren het Grote Gele Kwikstaarten. Soms kon je ze zelfs zien bidden boven het water om insecten van het wateroppervlak af te plukken. Op enkele plaatsen werd een Boeren- en Oeverzwaluw gemeld. Het lijkt onwaarschijnlijk dat deze diertjes het gaan overleven. Ook voor een vorstgevoelige soort als de Kerkuil lijkt de emmer stilaan over te lopen. Er komen meer meldingen binnen van dode Kerkuilen die in de buurt van de broedplaats gevonden worden en in vogelopvangcentra worden duidelijk meer verzwakte Buizerds binnengebracht. Ondertussen blijft het in de tuinen drummen geblazen op de voederplaatsen met massa’s Vinken, nog veel Kepen, Sijsjes e.d.
Tekst: Koen Leysen (Natuurpunt Educatie)
Foto's: Leo Janssen