Natuurjournaal 17 januari 2024

Winters weer kan voor flink wat vogelbewegingen zorgen. We hadden het vorige week al over watervogels die naar het westen van het land trekken waar minder ijs en meer open water is. De vorst zorgt deze dagen ook voor een grote piek in waarnemingen van de watersnip. Deze schuchtere snippen houden zich gewoonlijk schuil in moerassige en waterige habitats waar ze met hun lange snavel in de modder naar eten zoeken. Dat gaat natuurlijk niet als de bodem bevroren is! Daarom trekken ze nu verder weg of ze zoeken open water op. Je hebt nu dus extra kans om ze te zien, bijvoorbeeld aan de rand van een rietkraag of zomaar ‘open en bloot’ aan de waterkant.

Voor ganzen en andere grazers betekent de sneeuwdeken dat ze niet meer bij het gras kunnen. Ook zij vinden het dan tijd om naar het zuiden te vliegen of het Kanaal over te steken naar het westen. Op zoek naar groener gras bij de buren. Merels zoeken hun eten ook op (en in) de grond. Lastig met al die sneeuw! Ze pakken het anders aan dan de sneeuwvlieders. Hoe meer sneeuw en hoe kouder, hoe minder schuw de merels worden. Op de voedertafel zijn ze er nu ook bij, of ze kijken of er kruimeltjes onder de vetbollen of voedersilo terechtkomen.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto's: Jan Nijendijk, Saxifraga; Peter Dean, Flickr