Prof voor vlinders
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Het gaat niet best met de vlinders in Nederland. Veranderingen in het landgebruik, stikstofbemesting en de bijna ongrijpbare klimaatverandering zijn de drie belangrijkste oorzaken. Genoeg werk dus voor de nieuwe buitengewoon hoogleraar Ecologie en bescherming van insecten aan Wageningen University, Professor Wallis de Vries.
Doordachte herstelplannen kunnen het tij keren, betoogt prof. dr. ir. Michiel Wallis de Vries in zijn inaugurele rede op 20 september bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar aan Wageningen University. De leerstoel, gefinancierd door de Vlinderstichting, is ondergebracht bij het Laboratorium voor Entomologie. In Nederland zijn inmiddels 17 vlindersoorten uitgestorven. Er is goede reden om aan te nemen dat dagvlinders sneller het loodje leggen dan vogels en hogere planten, en dat het aandeel uitgestorven soorten bij andere insectengroepen vergelijkbaar is. Ook in aantallen per soort is er sprake van een achteruitgang. Gewone vlindersoorten als de karakteristieke dagpauwoog nemen ook sterk in aantal af. De precieze redenen van de teloorgang zijn niet altijd helder. In zijn onderzoek wil prof. Wallis de Vries zich dan ook concentreren op de oorzaken en processen die verband houden met de biodiversiteit: meestal verlies, maar soms ook vooruitgang van soorten. In eerder onderzoek is komen vast te staan dat klimaat, stikstofdepositie en een veranderend landgebruik grote invloed hebben op de levenscyclus van vlinders die van eitje, via de rups en verpopping tot de volwassen vlinder leidt.
Het verdwijnen van een afwisselend, parkachtig landschap door intensivering van de landbouw of juist door verruiging en verbossing omdat de landbouwgrond wordt verlaten, brengt de genadeklap voor veel vlinders. Het nieuwe grootschalige, maar soortenarme landschap bestaat uit productieve akkers en grasland of, in verlaten streken, uit jonge gesloten bossen. “Een kwaliteitsverlies van de omgeving,” aldus de hoogleraar, omdat bij beide voor rupsen en vlinders de belangrijke voedselplanten en locaties met een geschikt microklimaat verloren gaan. “En we mogen verwachten dat deze verklaring voor veel meer insectengroepen geldt en zelfs voor de koudbloedige slangen en hagedissen”, aldus prof. Wallis de Vries. Hij ziet wel mogelijkheden om via actief beheer de overmaat aan stikstof in de bodem te verminderen. Daarnaast pleit hij voor meer samenhang in het landschap, door natuurgebieden aan elkaar te sluiten of te verbinden, zoals in de Ecologische Hoofd Structuur de bedoeling is. Dat ingrijpen kansrijk is toont hij aan met de eertijds verruigde, maar nu herstelde kalkgraslanden en de verdroogde hoogveengebieden die door grondwaterstandverhoging, tegen de trend van klimaatverandering in, herstellende zijn. Klik hier voor de hele inaugurele rede, of hier voor een samenvatting.
Tekst: Michiel Wallis de Vries, Wageningen University & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling