De wol van de wisenten houdt hen warm in de winter. En in het voorjaar zijn de vogels aan de beurt. Zij gebruiken de wol graag in hun nesten.

Waarom we in Nederland meer wisenten willen

ARK Rewilding Nederland
26-JAN-2025 - Toen in de late middeleeuwen het oerrund uit Europa verdween, verloor ons continent een van z’n meest waardevolle natuurlijke processen op land. De laatste tarpan, het Europese wilde paard, sneuvelde in 1879. Het is overal ter wereld het lot van megafauna: er zit zoveel vlees aan. Een meer vegetarische lifestyle raakte pas vrij recent in zwang. De laatste wisent was ook bijna als steak geëindigd.

Dit is allemaal geen nieuws. Het groeiende inzicht in de waarde van deze dieren – allemaal wildlevende planteneters! – is een van de grootste ‘kantelpunten’ in de ecologie. Het komt in de kern hier op neer: elke plek op land wil het liefst bos worden. Met het wegvallen van massale natuurlijke begrazing heeft het voedsel van deze grazers vrij spel. En zo zijn we bos gaan zien als het toppunt van natuur. Met het uitsterven van de oorspronkelijke grote grazende dierengemeenschap van Europa raakte het natuurlijke proces van planten eten ‘homeopathisch verdund’. 

Uiteraard ‘wil’ natuur zelf niets, gaat het hier om het resultaat van het natuurlijke proces van opeenvolging van soorten (successie) tot een eindstadium (climax) is bereikt. Pionierende planten en grassen raken overgroeid door struiken, die uiteindelijk in de schaduw van bomen komen te staan. Zo’n eindstadium is lange tijd gedacht een ‘soort van stabiel’ te zijn, met hier en daar wat ‘terugval’ doordat wind bomen om doet waaien of brand voor wat verwoesting zorgt. Een oude boom sterft, stort in en een volgende generatie sprint naar het vrijgekomen licht. En dit soort eindstadia komen voor. In Nederland in oude bossen, meestal bosreservaten. Veel mensen nemen voetstoots aan dat die plekken dan het meest biodivers zijn, maar dat is niet zonder meer het geval.

De wol van de wisenten houdt hen warm in de winter. En in het voorjaar zijn de vogels aan de beurt. Zij gebruiken de wol graag in hun nesten

Waarom een veldleeuwerik, een zandhagedis?

Als elke plek eigenlijk ‘bos wil zijn’, hoe komt het dan dat meer dan de helft van de soorten planten en dieren juist geen bossoorten zijn? Hoe kwam de veldleeuwerik aan z’n veld, de zandhagedis aan z’n zand? Het resultaat van een halve eeuw onderzoek is een heel gelaagd beeld van hoe Europa er van nature uit zou zien. Op heel veel plekken zou er een grotere mate van openheid zijn, omdat ‘elke plek wil bos worden’ geen rekening houdt met dat de natuur daar zelf vaak een stokje voor steekt. Hier komen de wisenten om de hoek kijken. Niet alleen, maar als onderdeel van een heel leger van knabbelaars en grazers. Wisenten, wildlevende runderen en paarden, edelherten, reeën, hazen, rupsen, en slakken: het is het leger van de tegenmacht, de strijders voor openheid. Het resultaat is een wapenwedloop in de natuur: natuurlijke successie, doorns, stekels, antivraatstoffen en groei, tegen de slopers en vreters. Zo komt het dat het niet elke plek lukt om bos te worden en voor elke overlevingsstrategie wel ergens een plekje is. Goed nieuws voor de biodiversiteit! 

Enter de mens

Tijd voor een reality check. We leven niet meer in de prehistorie, de wereld is voorgoed veranderd. Waarom zouden we nog een ecologisch concept van weleer van toepassing verklaren op de wereld zoals deze nu is? Het is een open deur: door beter, verder en diepgaander terug te kijken kan je verstandiger beslissingen nemen in het heden voor de toekomst. Niet voor niets evalueren we wat we doen: het is de sleutel tot dingen beter, slimmer, efficiënter doen. De wereld is onherkenbaar veranderd, maar de mechanismen van de natuur veranderen niet in hetzelfde tempo. Dezelfde wetten werken, nu in een nieuwe context. En in die context heeft de wisent in Nederland een rol te spelen. Een rol die door onze invloed op de natuur nog belangrijker wordt.

Een nuancering is nu op z’n plek: het gaat niet alleen om wisenten. Elk project dat heel nauw naar één soort kijkt, is gebaat bij een stap terug om ook het geheel in ogenschouw te nemen: welke soorten werken hier samen? Welke interacties zijn het meest bepalend in de ontwikkeling van het gebied? Daarbij is het van belang om ook goed verticaal te kijken: wat komt er vanuit de lucht (stikstof is een zware invloed op veel natuurgebieden geworden) en op welke ondergrond speelt dit zich allemaal af? Wisenten zijn, als onderdeel van een ‘gemeenschap van grazers’, heel erg nodig, maar ze delen hun sleutelrol met runderen en paarden die juist samen sterk staan. Dat zit zo.

In steeds meer gebieden keren de grote landschapsvormers terug, met in hun kielzog een grote variatie aan planten en dieren

Natuur on steroids

Als gevolg van stikstof is de ‘groeikracht’ van natuurgebieden toegenomen. Dat klinkt positief maar is dat niet: alleen stikstofminnende soorten, zoals brandnetels, grassen, vlier en kardinaalsmuts, hebben dat vermogen. Stikstofminners gedijen op een stikstofrijke bodem, en hebben daardoor zo’n voordeel in de concurrentie met andere soorten dat ze het winnen van andere soorten die juist onder stikstof gebukt gaan.

De wisent was, en is, een sleutelsoort: een soort die als grote knager van struiken en bomen als breekijzer werkt om de deur op een kier te zetten voor andere soorten. Dit is waar wisenten goed in zijn: ze dwingen een systeem naar meer variatie. Maar wisenten alleen kunnen de klus niet klaren. Ze kunnen wel waardevol onderdeel van een begrazingsteam zijn. De vergrassing van natuurgebieden kan door paarden en runderen worden aangepakt. De natuurlijke processen van begrazing werken dan ook het best wanneer er meer ‘verschillende bekkies’ zijn, met wisent als breekijzer en paarden en runderen als ‘bulk-vreter’ van een overschot aan grassen, om zo ruimte te maken voor bloeiende planten en al hun insecten en andere biodiversiteit.

Wisenten zijn een sleutelsoort in de natuur. Op deze plaat zie je ecologische interacties van de soort met andere soorten in haar leefomgeving

Theorie, en praktijk

We zien dat in de praktijk gebeuren in de gebieden waar wisenten in Nederland zijn teruggekeerd. De duinen van het Kennemerland raakten overwoekerd met kardinaalsmuts, een struik die als gevolg van stikstof harder groeit dan voorheen. In combinatie met vermindering van het aantal konijnen kon de plantengroei, die op veel plekken juist heel open en soortenrijk was (denk aan duinviooltje, parnassia en duinroos) ‘doorschieten’ naar een oerwoud van duindoorn, vlier en kardinaalsmuts. De wisenten1 kregen daar grip op en brachten veel meer variatie terug in het landschap. Met hun hoeven trappen ze de gesloten grasmat of moslaag open, waardoor duinrozen en andere soorten zich weer kunnen laten zien. Op de Slikken van de Heen, een voormalig intergetijdengebied dat van de zee afgesloten werd, leven ook wisenten, samen met runderen en paarden. Ook hier zijn ze het breekijzer: ze slopen doorgeschoten struiken en houden bosontwikkeling gedeeltelijk tegen. De runderen en paarden zijn vervolgens in staat om een halfopen, heel structuurrijk landschap te onderhouden. Zowel bossoorten als soorten van open gebieden hebben zo een plek in het gebied. Zonder de grazers zou dat niet zijn gebeurd.

Op de Veluwe, waar ARK Rewilding Nederland wisenten terugbracht, gebeurde iets vergelijkbaars. De Veluwse dennenbossen, op een wat meer zure bodem, zijn een plek waar Amerikaanse vogelkers het goed doet. Deze Amerikaanse verwant van de Europese kersensoorten is op zich mooi en als nectarbron ook wel waardevol gebleken, maar dat inzicht kwam pas na meer dan een halve eeuw bestrijding die (bijna letterlijk) te vuur en te zwaard is gegaan. Geen beest wilde ‘m vreten, zo leek het. Herten halen hun neus er voor op. Begrijpelijk: de Amerikaanse vogelkers weert zich met een zuur-bittere anti-vraatstof. Het duurde enkele jaren tot we iets zagen waarop niemand hoop had durven uitspreken: de wisenten begonnen Amerikaanse Vogelkers te eten en sloopten de bomen. De invasieve exoot werd beteugeld door hun vreetgedrag. ARK droeg de Veluwse kudde wisenten kortgeleden over aan Staatsbosbeheer, in de hoop dat de dieren hun weg naar meer leefgebied gaan vinden.

Megafauna, oftewel de grote grazers zoals wisent, hert en paard, staan bekend als grazers. Maar het positieve effect van alle grazers wordt bereikt door een uitgebreid scala aan gedragingen. Samen sturen zij natuurlijke processen en ontwikkelen zij stabiele ecosystemen

Het vierde gebied waar Wisenten nu in Nederland leven is de Maashorst. Hier kan je, net als op de Slikken van de Heen en de Kennemerduinen, wisenten zien samenleven met runderen zoals Taurossen en wildlevende paarden. En ook hier ontwikkelt het landschap zich naar een aaneenschakeling van open, halfopen en meer beboste delen. De natuur bepaalt zelf hoe ze er op welke plek uit komt te zien, en wat ARK betreft is dat hoe landschappen echt natuur kunnen zijn. Soorten van bossen, open gebieden of juist van de overgangen vinden allemaal hun plek. Wij hoeven ‘alleen maar’ te zorgen voor de omstandigheden, zodat de magie van de natuur haar werk kan doen.  

Wisenten in de Maashorst

1 In 2007 brachten ARK Rewilding Nederland, Stichting Duinbehoud, Stichting Kritisch Bosbeheer en waterbedrijf PWN wisenten terug. Deze kudde leeft sindsdien in de duinen van het Kraansvlak.

Tekst: Lars Soerink en Leo Linnartz, ARK Rewilding Nederland
Beeld: Sabine Wolters; Jeroen Helmer; ARK Rewilding Nederland; Maurice van Doorn