Reuzen op het kerkhof
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Brussel [land] op [publicatiedatum]
Al sinds 2004 wordt in Nederland een vreemde verschijning op stenen muren opgemerkt: groepjes donkere hooiwagens met uitzonderlijk lange zwarte poten. Specialisten kunnen de soort, ongetwijfeld een zuidelijke exoot, niet meteen op naam brengen. Omdat het zelfs niet duidelijk is of het wel om een reeds bekende soort gaat, wordt de hooiwagen voorlopig geklasseerd als ‘Leiobunum sp. A’. Na enkele losstaande waarnemingen vinden we deze reus nu ook terug in het centrum van Brussel.
Het gebeurt niet vaak dat je bij ongewervelden een gestrekte duim en wijsvinger nodig hebt om de ‘spanwijdte’ op te meten die hier in de buurt van 20 cm komt. De Nederlandse naam Reuzenhooiwagen is dan ook goed gekozen. Spinnen uit de familie der Trechterspinnen, zoals de huisspinnen (Tegenaria), leggen deze hooiwagen wel het vuur aan de schenen met een pootspanwijdte tot 14 cm! In tegenstelling tot de meeste hooiwagens lijkt ze het gezelschap van soortgenoten op te zoeken en vormt ze er een harig kluwen mee. Een voetbal-grote ‘haarbal’ kan voorkomen en in Rotterdam gewaagt een waarneming zelfs van 5.000 dieren op een muur. Deze hooiwagen ziet er zwart uit van op afstand, van nabij donker metaalgroen met een bleke onderzijde. De vrouwtjes onderscheiden zich door enkele lichte vlekken op de rug.
In Nederland kreeg de soort de nodige aandacht en wordt ze intussen als ingeburgerd beschouwd. Ook in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk werd deze soort al teruggevonden. In België werd de Reuzenhooiwagen al een twaalftal keer ingevoerd op waarnemingen.be, door de speciale naam, ‘spec. A’, mogelijk wel enkele keren ten onrechte als verzamelsoort.
In 2009 werd de soort toegevoegd aan de Belgische lijst, met een waarneming aan een tunnel te Aywaille. In juli 2010 was er een eerste Vlaamse melding bij de Abdij van Park te Heverlee en een jaar later één op een kerkhof in Rupelmonde. Dit jaar lijkt de opmars in het Brusselse nu ook echt te beginnen met waarnemingen bij drie verschillende Brusselse kerkhoven: Oudergem, Evere en Jette. Volgend jaar is het uitkijken naar een nieuwe lichting ‘haarballen’ op steen vanaf het begin van de zomer tot de eerste vorst hen weer samendrijft.
Hoewel het gevonden beestje al volledig wetenschappelijk beschreven werd, kon het tot op heden niet op naam gebracht worden. Geweten is dat het een zuidelijke soort moet zijn van het Leiobunum-geslacht. Vele soorten van dat geslacht zijn in de literatuur zo summier beschreven dat moeilijk te zeggen is welke overeenkomt met de in Europa invasieve soort. Een speciaal georganiseerde zoektocht in Marokko en Portugal bracht aan het licht dat meerdere soorten binnen dit geslacht nog onvoldoende beschreven zijn in de vakliteratuur. Ook bleken in het Middellandse Zeegebied nog tal van onbeschreven soorten voor te komen. Werk aan de winkel voor de arachnologen! Het blijft voorlopig de enige ‘spec.’- soort op waarnemingen.be die in deze uitzonderlijke situatie verkeert: het gaat wel degelijk om slechts één soort, alleen weten we nog niet dewelke...
Lees hier meer over de opkomst van de soort in Nederland: Hay Wijnhoven, De invasieve hooiwagen Leiobunum sp. A in Nederland.
Tekst: Bart Hanssens (Natuurpunt Brussel), Kevin Lambeets (ARABEL)
Foto's: Bart Hanssens, Jinze Noordijk