Leadfoto: Kroontjesworm; deze vorm met mooie blauwe tentakelkransen komt relatief weinig voor

De Kroontjesworm rukt op

Stichting ANEMOON
8-DEC-2024 - Keihard zijn ze, als gedroogde vogelpoepjes. Soms als gedraaide slakkenhuisjes. Binnenin die saaie grijswitte kalkbuisjes leeft een prachtig exotisch dier: de Kroontjesworm. Die hoort hier niet, maar rukt wel op.

Niet alle zeewormen leven in de bodem. Sommige soorten maken van kalk een koker waarin ze leven. Als ze onder water hun tentakelkransen wijd uitspreiden om voedsel te vangen, zie je pas hoe prachtig ze zijn. Of we blij moeten worden van deze nieuw opgedoken worm is nog maar de vraag. Zoals bij veel exoten het geval is, zien we het aantal exemplaren na de vestiging in 2021 toenemen.

Ontdekking en herkomst

In ons deel van Europa leven meerdere soorten kalkkokerwormen. Met de opwarming van het zeewater breiden veel inheemse soorten uit het Atlantische gebied zich uit naar de Nederlandse wateren (klimaat-opschuivers). Dat was de afgelopen tijd ook het geval met de Driehoekige of Driekantige kalkkokerworm (Spirobranchus triqueter), vaak kortweg Driekantworm genoemd. Toen waarnemers speciaal op deze soort gingen letten, ontdekten ze nog een heel andere soort. Het bleek te gaan om de exoot Hydroides ezoensis, waarvan het oorspronkelijke leefgebied in het Indo-Pacifisch gebied ligt. De naam ezoensis verwijst naar het Japanse eiland Hokkaido, dat vroeger Ezo werd genoemd, waarvandaan de soort is beschreven. Na vestiging in Frankrijk en Engeland wist deze soort blijkbaar ook onze wateren te vinden. De eerste Nederlandse meldingen van de Kroontjesworm stammen uit de havens van Vlissingen en Rotterdam (2018-2019). In Zeeland bleek de soort toen al voor te komen in de Oosterschelde en met name het Grevelingenmeer, waar het dier snel algemeen werd.

Twee recent in onze wateren gevestigde kalkkokerwormen: links: Driekantworm, met een duidelijke richel in het midden. Midden: over de koker van de Kroontjesworm loopt een groeve. Rechts: bij alle kalkkokerwomen kunnen de buisjes ook in een spiraal opgerold liggen, zoals hier bij de Kroontjesworm

Onderscheid tussen de twee nieuwelingen

De kalkkokers en de buiten de koker stekende kransen van beide soorten lijken op elkaar. De dikke kokers zitten stevig vastgegroeid aan het substraat, gewoonlijk stenen of schelpen, soms andere organismen. Ze zijn vaak in meerdere windingen spiraalvormig opgerold, maar kunnen ook langwerpige, hoekige of gebogen vormen hebben. Kokers van de Driekantworm worden ongeveer drie tot tien centimeter lang en zijn in doorsnede driehoekig, met in het midden een scherpe richel. Die van de Kroontjesworm worden tot cira dertig centimeter, zijn niet driehoekig in doorsnede maar hebben in het midden een overlangse groeve. Andere verschillen zitten in de tentakelkransen en vooral het afsluitplaatje.

Van bovenaf gezien (links) heeft het afsluitplaatje van de Kroontjesworm de vorm van een delicaat gebouwd kroontje op een steeltje met twee ineengeschoven trechters (midden); het afsluitplaatje van de Driekantworm (rechts) is een plompe kalkprop met drie uitsteeksels

Als een kroontje

De Nederlandse naam van de exoot komt van de vorm van het afsluitplaatje (operculum) waarmee het teruggetrokken dier de buis afsluit. Dit is dun en delicaat gevormd en lijkt op een kroontje. Het staat op twee ineengeschoven trechters op een steel zonder zijvleugeltjes. Het operculum van de Driekantworm is dik en kalkachtig met bovenaan enkele kalkachtige uitgroeisels en aan de steel twee zijvleugeltjes. Kalkkokerwormen zeven voedseldeeltjes uit het water met een dubbele tentakelkrans aan de kop. Dit is wat waarnemers het eerste opvalt. De kleurtekening van de krans verschilt per individu. Bij de Driekantworm hebben de twee tentakelkransen vaak heldere kleuren. Ze worden in doorsnede ongeveer tien millimeter. Bij de nieuwe soort zijn de kransen vaak wat minder opvallend gekleurd, maar zeer opvallende exemplaren in bijzondere kleurencombinaties komen ook voor. De kransen bereiken een doorsnede 15 millimeter. De worm zelf, het deel in de koker, wordt circa 2,5 tot 3,5 centimeter.

Antwoord op de vraag

Het eerste artikel over deze nieuwe kalkkokerworm (in tijdschrift Het Zeepaard) had als titel: 'Gaat de Kroontjesworm Nederland veroveren?' Hoewel meer onderzoek nodig is, met name buiten Zeeland, was al in 2022 duidelijk dat de exoot snel algemener werd. In het Grevelingenmeer was de nog maar net bij ons gevestigde Driekantworm al snel in de minderheid. Die toename heeft zich voortgezet: tegenwoordig komen duikers en snorkelaars in de Grevelingen heel veel Kroontjeswormen tegen, maar worden nog maar weinig Driekantwormen gezien. Hoewel daarmee de vraag al beantwoord lijkt, roepen we iedereen op langs de hele Nederlandse kust uit te kijken naar de beide kalkkokerwormen. Meldingen kunt u per mail doorgeven aan Stichting ANEMOON. U kunt ze daarnaast ook invoeren op platforms als Verspreidingsatlas.nl en Waarneming.nl.

De tentakelkransen van kalkkokerwormen zijn vaak het eerste dat waarnemers onder water zien. Dan is het nog zoeken naar het operculum, om te weten te komen welke soort het is. Dit zijn twee kleurvariaties van de Kroontjesworm

Meer informatie

Tekst: Ad Aleman en Rykel de Bruyne, Stichting ANEMOON.
Foto's: Alle foto's zijn al snorkelend in het Grevelingenmeer gemaakt door Ad Aleman (leadfoto: Kroontjesworm; deze vorm met mooie blauwe tentakelkransen komt relatief weinig voor).