Kluiven in Nationaal Park Lauwersmeer
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]
Het Nationaal Park Lauwersmeer viert haar tienjarig bestaan. Het gebied geniet grote faam als vogelparadijs, maar heeft veel meer te bieden. De bosrijke delen en de vochtige kalkrijke graslanden en kruipwilgstruwelen vormen een geliefd excursiedoel voor floristen en mycologen. In het voorjaar groeien langs de zandige bermen in de beboste delen bijvoorbeeld talloze kluifzwammen. Voor de zeldzame Nonnekapkluifzwam is Nationaal Park Lauwersmeer een waar bolwerk.
De lente is het seizoen bij uitstek voor de flora, maar Nationaal Park Lauwersmeer is dan óók interessant voor paddenstoelen. In het voorjaar groeien langs de zandige bermen in de beboste delen talloze kluifzwammen. Ze leven in symbiose met bomen: de zwamvlok (mycelium) van een kluifzwam is verbonden aan de wortels van de boom. In Nationaal Park Lauwersmeer komen drie soorten algemeen voor. Onder eik groeit de Bokaalkluifzwam (Helvella acetabulum) en onder wilg of populier de Grote schotelkluifzwam (Helvella queletii), een Rode Lijstsoort die als Kwetsbaar op de lijst staat. Bij de eerste groeien de steelribben door tot halverwege de beker, bij de tweede stoppen ze bij de basis.
De derde soort, in Nederland de zeldzaamste van de drie, is de Nonnekapkluifzwam (Helvella spadicea) een soort die als bedreigd op de Rode Lijst staat en die bij populieren groeit. De twee of drie donkere flappen waaruit de hoed bestaat steken sterk af tegen de witte steel. Vooral voor deze soort is Nationaal Park Lauwersmeer een waar bolwerk. In de Flevopolders en Zeeuws Vlaanderen zijn enkele vindplaatsen, maar verder is het een zeer zeldzame soort. Een vierde soort, de Zwarte schotelkluifzwam (Helvella corium), eveneens een bedreigde soort, is in het Nationaal Park een zeldzame verschijning.
Deze kluifzwammen houden van een wat kalkrijke zandige of lemige kale bodem. Als de bermen te grazig worden verdwijnen ze. Met het ouder worden van Nationaal Park Lauwersmeer en het begroeien van het kale zand lijken de hoeveelheden kluifzwammen dan ook wat af te nemen.
Ook de vochtige graslanden zijn interessant voor paddenstoelen, maar hier springen in de lente vooral de talrijke orchideeën in het oog. Naast de overvloedige pracht van de Rietorchis en Vleeskleurige orchis en iets later in het seizoen de Moeraswespenorchis zijn er nog enkele plekken met de zeer zeldzame Honingorchis. In 2010 mocht Nationaal Park Lauwersmeer een nieuwkomer verwelkomen, de Bijenorchis, die hier nu elk jaar in volle pracht staat te bloeien. Daarnaast is het Nationaal Park een belangrijk verspreidingsgebied voor minder opvallende planten zoals Rond wintergroen, Parnassia en Addertong.
Tekst: Inge Somhorst, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging