Winnen motten de wapenwedloop?
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Nachtvlinders vormen een belangrijk deel van het vleermuizenmenu. Om niet als vleermuishapje te eindigen beschikken nachtvlinders echter over enkele bijzondere hulpmiddelen. De wapenwedloop tussen motten en vleermuizen is nog volop aan de gang, maar volgens Britse en Amerikaanse wetenschappers zijn de motten aan het winnen.
Om de ultrasone geluiden van vleermuizen om te zetten naar een frequentie die hoorbaar is voor de mens gebruiken we speciale apparatuur: bat-detectoren. Motten hebben daar geen nood aan: via gehooropeningen, naargelang de familie aan de zijkant van het borststuk of het achterlijf, zijn ze perfect in staat om de geluiden van vleermuizen te registreren. Vergeleken met het menselijk oor is de bouw van hun gehoororgaan bovendien bijzonder eenvoudig: het bevat slechts enkele zenuwcellen die rechtstreeks in verbinding staan met de hersenen. Terwijl jonge mensen geluiden horen tot frequenties van 20 khz opvangen, en honden tot 30khz, horen nachtvlinders veel hogere tonen.
Een pas gepubliceerd onderzoek op de Grote wasmot (Galleria mellonella) onthulde dat deze soort gevoelig is voor geluiden met frequenties tot 300 khz. Hetzelfde beestje hoort ook lagere tonen vanaf frequenties van 20 khz. Geen enkel ander dier hoort zo goed! Dat de Grote wasmot zo’n gevoelig gehoororgaan heeft overtreft alle verwachtingen. ‘Er bestaat in de natuur immers maar weinig dat een geluid van die toonhoogte produceert’, stelt James Windmill van de universiteit van Strathclyde. De hoogste geluiden die vleermuizen produceren gaan tot 212khz en tot nu toe dachten biologen dat nachtvlinders enkel lagere tonen konden horen. Van de Plakker wisten we al dat hij in staat is om geluiden tot 150khz op te pikken, maar de Grote wasmot is dus minstens dubbel zo sensitief. Wel blijkt de wasmot het meest gevoelig te zijn voor tonen rond 80 khz, de gemiddelde frequentie van zijn baltsroep.
Sommige vleermuizen zijn zich gaan aanpassen om hun prooien alsnog efficiënt te verschalken. Zij zijn bv. stiller gaan roepen, zoals de Grootoorvleermuis, die een fluistersonar heeft. Motten horen Grootoorvleermuizen dus niet van ver aankomen. Als de vleermuis te dicht genaderd en er geen kans meer bestaat om weg te vliegen, laat de mot zich in een ultieme ontsnappingspoging als een steen uit de lucht vallen. Enkele soorten nachtvlinders beschikken echter over nog een extra verdedigingsmiddel: zo kunnen Beervlinders ook ultrasone geluiden produceren. Door zelf terug te roepen wanneer een vleermuis te dicht nadert, wordt de nachtvlinder stoorzender in plaats van prooi. Daarmee vormen nachtvlinders de enige dieren die de sonar van hun predatoren kunnen verstoren.
Een nieuw onderzoek naar de forse beervlinder Bertholdia trigona, die voorkomt in de woestijn van Arizona, maakt duidelijk hoe de nachtvlinder de naderende vleermuis verstoort. Indien een vleermuis een potentiële prooi heeft opgespoord, verhoogt hij zijn roepfrequentie om preciezere informatie over de grootte en locatie van de prooi te krijgen. Ook de nachtvlinder merkt dat het roeppatroon versnelt en de sterkte ervan toeneemt: hij weet dus dat de vleermuis achter hem aan zit. Daarop gaat de beervlinder ook sneller roepen. Door tot 4500 keer per seconde ultrasone klikgeluiden te maken, maakt hij het de vleermuis onmogelijk om zijn eigen echo duidelijk te ontvangen. Deze manier van verdedigen werkt in 93% van de gevallen. Onderzoekers die de oren van een aantal nachtvlinders onklaar hadden gemaakt, stelden vast dat 83% daarvan ten prooi viel aan de vleermuis.
Auteur: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie)
Foto: Leo Janssen
Referenties:
Moir H.M., Jackson J.C. & Windmill J.F.C. 2013. Extremely high frequency sensitivity in a ‘simple’ ear. Biology letters, http://rsbl.royalsocietypublishing.org/content/9/4/20130241
Corcoran AJ, Wagner RD, Conner WE (2013) Optimal Predator Risk Assessment by the Sonar-Jamming Arctiine Moth Bertholdia trigona. PLoS ONE 8(5): e63609. doi:10.1371/journal.pone.0063609