Ook nachtvlinders laten op zich wachten
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Behalve zo nu en dan een kleine vos worden er, door het aanhoudende koude weer, momenteel erg weinig dagvlinders gezien. Maar ook nachtvlinders worden maar nauwelijks gemeld, op een enkele voorjaarsspanner en winteruil na.
Vorig jaar was maart extreem warm en dus ook niet maatgevend, maar toen waren er meer dan 5000 nachtvlindermeldingen op waarneming.nl en telmee. In maart van dit jaar nog geen 1400. Als we kijken naar het aantal doorgegeven individuen, dan is het verschil nog groter, bijna 24.000 in 2012 en niet eens 5000 dit jaar.
Nachtvlinders vliegen vooral in niet al te koude nachten. Nu we bijna elke nacht temperaturen onder nul hebben, zijn de al aanwezige vlinders minder actief. Ook zijn er erg veel vlinders die normaal gesproken in de loop van maart uit hun pop komen en daar nu maar even mee wachten. De meest gemelde soort in de afgelopen weken is de grote voorjaarsspanner. Deze komt al vanaf januari uit de pop. In maart 2013 waren er 281 meldingen van deze vlinder en in totaal zijn er ruim 770 geteld. In maart vorig jaar ging het om bijna 500 meldingen en meer dan 1800 vlinders. De voorjaarsuilen, waarvoor De Vlinderstichting dit jaar extra aandacht is vraagt, doen het tot nu toe erg slecht. Ondanks dat veel mensen in het hele land stropen blijven de aantallen sterk achter.
Van de kleine voorjaarsuil zijn er in 2013 nog maar 23 vlinders gemeld, tegen 4883 in maart vorig jaar. Bij de variabele voorjaarsuil zijn dat respectievelijk 12 tegen 762, de tweestreepvoorjaarsuil 17 tegen 1047 en van de dubbelstipvoorjaarsuil zijn er dit jaar 13 gemeld terwijl in maart 2012 er al meer dan 600 waren gezien. Het is zeker de moeite waard om de komende weken opnieuw te stropen, want zodra er warmere nachten komen zullen de voorjaarsuilen massaal uit hun pop kruipen.
Niet alle nachtvlinders deden het trouwens slecht afgelopen maart. Van de wachtervlinder waren er meer meldingen in 2013 dan in 2012 en ook het aantal doorgegeven vlinders lag met 1357 iets hoger dan de 1198 vorig jaar. Er waren ook wat meer meldingen van de zwartvlekwinteruil, maar het aantal vlinders dat werd doorgegeven lag een fractie lager. Deze twee uilen zijn al in november of december uit de pop gekropen en zijn dus de hele winter al als vlinder aanwezig. Ondanks de kou kunnen ze op een gegeven moment toch actief worden. De komende weken zullen ze echter veel mnder worden gezien.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting