De spore valt niet ver van de hoed
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]
De algemene opvatting dat alle paddenstoelensporen vrij met de wind meewaaien en zo overal terecht komen, blijkt volgens recent onderzoek niet juist.
Het klinkt heel logisch dat sporen, klein en licht als ze zijn, de wereldbol gemakkelijk rond zouden kunnen waaien als de wind maar de juiste kant op staat. Uiteindelijk is het dan het milieu dat selecteert welke sporen kiemen en uiteindelijk zorgen voor een nieuwe generatie paddenstoelen. Uit recent onderzoek blijkt echter dat deze redenering voor veel soorten niet opgaat. Al langer was bekend dat dieren die paddenstoelen eten er in belangrijke mate voor zorgen dat de soort op andere plekken terecht komt. Zo zijn truffels bij uitstek voor hun verspreiding afhankelijk van dieren. De truffels worden opgegeten. Daarna komen de nog levende sporen met de uitwerpselen elders terecht waar ze een kans hebben te kiemen.
Aan het uitzoeken van deze relaties zijn veel studies gewijd, maar tot nu toe was er weinig onderzoek verricht naar verspreiding van sporen door de wind. Bij een in het buitenland recent afgerond onderzoek werden een aantal ook in Nederland bekende soorten gebruikt zoals de Gewone fopzwam (Laccaria laccata) en de Rossige melkzwam (Lactarius rufus). Voor het onderzoek werden tot 60 centimeter vanaf de vruchtlichamen van deze paddenstoelen objectglaasjes geplaatst. Deze objectglaasjes werden na een bepaalde tijd meegenomen en daarna in het laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van sporen van de paddenstoel waar ze omheen geplaatst waren. Uit dit onderzoek bleek dat 95 procent van de sporen binnen slechts 58 centimeter van de vruchtlichamen valt. Deze afstand is veel korter dan verwacht werd. Ook blijkt uit dit onderzoek dat zowel de vorm als de structuur van de sporen van invloed zijn op de afstand die de sporen afleggen.
De uitkomst van dit onderzoek is ook belangrijk als het gaat om de bescherming van in Nederland zeldzame soorten. Vaak wordt onder het mom van: ''Ach die sporen zijn overal! Zo'n zeldzame paddenstoel vindt wel weer een plekje" door beheerders weinig zorgvuldig omgesprongen met groeiplaatsen van zeldzame soorten paddenstoelen. Dit staat in schril contrast hoe met zeldzame planten wordt omgegaan. Het is belangrijk te beseffen dat planten en paddenstoelen in dit opzicht toch ook weer niet zoveel van elkaar verschillen.
Tekst en foto's: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging