Scheiding in vlinderseizoen door zachte maart en koude april

De Natuurkalender
27-MEI-2012 - De zachte maart en koude april van dit jaar lijken een scheiding te hebben gebracht in het tijdstip waarop verschillende dagvlinders dit jaar verschenen. Natuurkalenderwaarnemers meldden groot koolwitje en bont zandoogje dit jaar iets later dan normaal voor deze eeuw; klein koolwitje, klein geaderd witje en boomblauwtje zagen ze juist iets eerder. Het oranjetipje zat hier tussenin: deze vlinder verscheen rond het gemiddelde van de periode 2001 tot en met 2010.

Bericht uitgegeven door De Natuurkalender [land] op [publicatiedatum]

De zachte maart en koude april van dit jaar lijken een scheiding te hebben gebracht in het tijdstip waarop verschillende dagvlinders dit jaar verschenen. Natuurkalenderwaarnemers meldden groot koolwitje en bont zandoogje dit jaar iets later dan normaal voor deze eeuw; klein koolwitje, klein geaderd witje en boomblauwtje zagen ze juist iets eerder. Het oranjetipje zat hier tussenin: deze vlinder verscheen rond het gemiddelde van de periode 2001 tot en met 2010.

Boomblauwtje op kruidvlier (foto: Kars Veling)Normaalgesproken melden Natuurkalenderwaarnemers klein koolwitje, klein geaderd witje, boomblauwtje, groot koolwitje, oranjetipje en bont zandoogje ongeveer in dezelfde periode, zo rond half april (zie onderstaande tabel). Dit jaar lag de mediaan (middelste)* van eerste waarnemingen van groot koolwitje en bont zandoogje op 24 april. Dit is respectievelijk zes en vier dagen later dan het moment waarop deze vlinders gemiddeld gedurende de eerste tien jaar van deze eeuw werden gezien. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat april dit jaar vrij koud, somber en nat was. Klein koolwitje, klein geaderd witje en boomblauwtje waren dit jaar juist iets eerder (twaalf, elf en zeven dagen) dan normaal voor deze eeuw. Wellicht doordat in tegenstelling tot april, maart dit jaar zeer zacht, droog en zonnig was. De mediaan van het oranjetipje kwam dit jaar precies op het gemiddelde van de eerste tien jaar van deze eeuw uit: 21 april. Vorig jaar was deze soort veel eerder. Toen beleefden we echter ook het droogste en zonnigste voorjaar in tenminste honderd jaar.

Soort Gemiddelde 2001-2010 Mediaan 2006 Mediaan 2011 Mediaan 2012
 Klein koolwitje  13 april  7 mei  2 april  1 april
 Klein geaderd  witje  17 april  26 april   8 april  6 april
 Boomblauwtje  17 april  24 april   9 april  11 april
 Groot koolwitje  17 april  1 mei  8 april  24 april
 Oranjetipje  21 april  2 mei  10 april  21 april
 Bont zandoogje  20 april  1 mei  15 april  24 april

Tabel: Mediaan* eerste melding klein koolwitje, klein geaderd witje, boomblauwtje, groot koolwitje, oranjetipje en bont zandoogje van 2001 tot en met 2010, en in 2006, 2011 en 2012 (bron: De Natuurkalender)

Klein geaderd witje (foto: Kars Veling)De Natuurkalender houdt sinds 2001 bij wanneer de eerste dagvlinders gezien worden. Helaas hebben we geen gegevens van daarvoor, maar het is wel leuk om te vergelijken met 2006 toen het weer in het voorjaar overeenkwam met het gemiddelde van de vorige eeuw. Vergelijken we het mooie voorjaar van vorig jaar met het jaar 2006, dan zien we dat het eerste verschijnen van dagvlinders enorm kan variëren. Het klein koolwitje vloog in 2011 bijvoorbeeld maarliefst 35 dagen eerder dan in 2006.

Momenteel zijn er onder andere ook landkaartjes, groentjes en hooibeestjes te zien. We kunnen nu nog niet zeggen hoe hun timing is vergeleken met andere jaren. Het mooie weer van dit Pinksterweekeinde nodigt in ieder geval uit lekker naar buiten te gaan om vlinders te kijken. Geef uw eerste waarnemingen door via www.natuurkalender.nl!

*Om verschillende jaren met elkaar te vergelijken maakt De Natuurkalender gebruik van de zogenaamde ‘mediaan’, de middelste van alle doorgegeven waarnemingen.

Tekst: Arnold van Vliet en Sara Mulder, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting