Driekwart minder dagvlinders in maart

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]

Door de lage temperaturen zijn er in maart veel minder vlinders doorgegeven dan in dezelfde maand vorig jaar. Zes soorten zijn helemaal nog niet gezien in 2013, van veel soorten zijn de aantallen meer dan negentig procent lager.

Vorig jaar maart werden 538 boomblauwtjes doorgegeven via waarneming.nl en Telmee. Dit jaar is er nog geen een gemeld. Ook gehakkelde aurelia, dagpauwoog, atalanta en bont zandoogje zijn nog nauwelijks gezien. De enige twee soorten die het relatief iets minder slecht deden waren kleine vos (nu 41% van de aantallen vorig jaar) en citroenvlinder (33%). Deze twee soorten waren tijdens de paar warme dagen in maart actief en zijn ook daarna nog wel doorgegeven, hoewel de aantallen lager zijn dan in 2012. De maand maart in 2012 was trouwens niet gemiddeld, maar veel warmer dan normaal.

De koude zal naar verwachting geen grote negatieve gevolgen hebben. De vliegtijd is van veel soorten alleen enkele weken naar achteren geschoven, maar daarmee komen ze weer in de buurt van die van dertig jaar geleden. Het uitkomen van een vlinder wordt getriggerd door de temperatuursom. Dat wil zeggen dat iedere warme dag zorgt voor een vervroeging en iedere koude dag wat vertraging oplevert. Het oranjetipje bijvoorbeeld vloog de afgelopen jaren vanaf half maart en had zijn piek rond de derde week van april. Volgens de vliegtijdvoorspelling begint hij nu pas echt rond die derde week te vliegen en de piek zal waarschijnlijk na de laatste Koninginnedag vallen. Uiteraard kunnen een aantal warme dagen de vliegtijd wel weer naar voren brengen.

De andere popoverwinteraars zijn ook nog niet tevoorschijn gekomen. Van de koolwitjes (klein koolwitje, klein geaderd witje en groot koolwitje), boomblauwtje en bont zandoogje, die vorig jaar alle drie al met honderden waren gemeld, zijn er nu nog geen tien gezien. Volgens de vliegtijdvoorspelling duurt het ook nog wel even. Deze vlinders zullen wel massaal verschijnen als er flink wat zonnige dagen zijn met een temperatuur boven de tien graden en als de nachten milder worden.

Tekst en foto's: Kars Veling, De Vlinderstichting