Door het warme weer verschijnen nu ook de ontpoppende vlinders
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Nadat de afgelopen dagen al heel veel vlinders werden gezien die als vlinder de winter hebben doorgebracht komen nu, door het aanhoudende warme weer, ook de popoverwinteraars tevoorschijn.
Kleine vos en citroenvlinder waren het afgelopen weekend de meest talrijke vlinders. Er werden er duizenden gemeld op de invoersites Waarneming en Telmee. Ook dagpauwoog, gehakkelde aurelia en atalanta, die ook als volwassen vlinder overwinteren, werden wel gezien. Nu volgen steeds meer waarnemingen van de vlinders die als pop hebben overwinterd.
Het is logisch dat de soorten die al ‘klaar’ zijn sneller reageren op mooi weer dan de soorten die nog in de pop zitten. Maar de ontwikkeling gaat met hogere temperaturen wel sneller en inmiddels zijn er al heel wat van die popoverwinteraars gezien. Soorten die als rups overwinteren, zoals bruin zandoogje en icarusblauwtje komen nog weer later tevoorschijn, die verwachten we in mei. En een soort als sleedoornpage, die nu nog eitje is, komt pas eind juli, begin augustus.
Er zijn vijf soorten popoverwinteraars die nu al regelmatig (maar nog niet veel) gemeld worden: boomblauwtje, bont zandoogje en de drie koolwitjes: groot, klein en klein geaderd witje. Het boomblauwtje kun je nu vooral in de tuin tegenkomen en is niet te verwarren door de prachtige felblauwe kleur. Je zult hem bijna alleen maar vliegend zien, waarbij hij vaak op een meter of twee langs de struiken vliegt. Het bont zandoogje is ook al in bossen en parken aan te treffen, ook buiten de stad. De vlinder is donkerbruin met lichte crèmevlekken. Deze vlinder is de afgelopen tien jaar enorm vooruit gegaan en is nu bijna overal in Nederland waar bomen en struiken staan te vinden. Ook de koolwitjes zijn er waarbij het klein koolwitje tot nu toe het meest is doorgegeven. Het klein geaderd witje, die nu in het voorjaar zeer duidelijk donkere schubben langs de aders heeft, komt ook steeds meer tevoorschijn. Het groot koolwitje is de minst talrijke van de drie. Deze forse witte vlinder is te herkennen aan heel grote en opvallende zwarte vleugelpunten.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting