Gewoon doorntje

Sprinkhanen duiken onder

Natuurpunt
11-MEI-2012 - Wie in het voorjaar in sloten, grachten en poelen op zoek gaat naar ongewervelden, kan daar wel eens een sprinkhaan in het water aantreffen, meer bepaald een soort Doornsprinkhaan. Misschien heb je medelijden met die arme beestjes en wil je ze terug vaste grond onder de springpoten geven? Niet nodig!

Bericht uitgegeven door Saltabel, de sprinkhanenwerkgroep van Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]

Wie in het voorjaar in sloten, grachten en poelen op zoek gaat naar ongewervelden, kan daar wel eens een sprinkhaan in het water aantreffen, meer bepaald een soort Doornsprinkhaan. Misschien heb je medelijden met die arme beestjes en wil je ze terug vaste grond onder de springpoten geven? Niet nodig!

De doorntjes of doornsprinkhanen (Tetrix) zijn de minst bekende van de vijf families van sprinkhanen in ons land. Er zijn vijf soorten doorntjes die inheems zijn in België, waarvan er in Vlaanderen vier voorkomen. Doorntjes zijn kleine, onopvallende dieren en op meerdere vlakken buitenbeentjes onder de sprinkhanen. Zo overwinteren ze in het volwassen stadium en zijn ze bijgevolg de enige sprinkhanen die je in het vroege voorjaar als adulten kan waarnemen. Aan de zang kan je hen niet herkennen; in tegenstelling tot de meeste andere sprinkhanen produceren doorntjes geen geluid. Doornsprinkhanen danken hun naam aan hun halsschild dat sterk naar achteren verlengd is en als een ‘doorn’ over het achterlijf uitsteekt.

Het halsschild is verlengd en loopt uit op een ’doorn’ zoals hier bij het Gewoon doorntje (foto: Antoine Griboval)

Doornsprinkhanen leven meestal op vochtige plekken. Ze voeden zich met algen, die groeien op modder, stengels, afgevallen bladeren en stenen. Soms vinden ze die in en onder water. Ze zwemmen een beetje onhandig, maar weten zich - na al dan niet wat lekkers gevonden te hebben - met een paar forse slagen van hun achterpoten, terug op het droge te trekken.

In tropische gebieden leven zelfs soorten die vanaf takken in duikvlucht het water induiken om algen te grazen op stenen diep onder wateroppervlak. Die soorten zijn nog beter aangepast en hebben poten in de vorm van roeispanen om beter te kunnen zwemmen en duiken.

Ook Zeggendoorntje bevindt zich al eens onder water (foto: Antoine Griboval)Natuurpunt Educatie kreeg onlangs de vraag om een ‘watersprinkhaan’ te determineren. Watersprinkhanen waren ons onbekend, maar de fotograaf in kwestie stuurde ons wel degelijk foto’s door van onder water zittende sprinkhanen. Het ging zowel om het Gewoon doorntje als het Zeggendoorntje. Een derde inheemse soort die men geregeld eens in het water aantreft, is het Zanddoorntje, ook wel Duindoorntje genoemd.

Er zijn ook andere dieren die normaal niet onder water leven, maar wel eens aan dreigend gevaar proberen te ontsnappen door zich onder water te verschuilen. Onlangs werd in Nederland een Levendbarende hagedis gefilmd die zich onder water tracht te verstoppen, een fenomeen dat ook al meermaals in België is vastgesteld . Bekend zijn ook de Waterhoentjes die bij gevaar zowat volledig onder water gaan zitten, op hun snavel (voor luchttoevoer) na. Maar de meeste landgebonden insecten zullen water ten allen tijde vermijden. Door oppervlaktespanning van het wateroppervlak kunnen ongewervelden als vlinders, vliegen en heel wat soorten kevers, eens ze in het water beland zijn, er nauwelijks nog uit geraken. Ze vormen dan een gemakkelijke prooi voor predatoren zoals vissen of waterwantsen. Doornsprinkhanen vormen hierop dus een opvallende uitzondering.

Aanstaande zondag 13 mei 2012 organiseert Saltabel, de sprinkhanenwerkgroep van Natuurpunt, een excursie, specifiek om de doornsprinkhanen te leren kennen. Deze excursie naar de vallei van de Grensmaas in Limburg, staat open voor iedere geïnteresseerde en wordt begeleid door een expert. Hier vind je meer info. 

Tekst: Jorg Lambrechts, Wim Veraghtert, Hendrik Devriese en Koen Lock (Natuurpunt Studie en Saltabel).
Foto's: Antoine Griboval