Steenmeel en kalk helpt sprinkhaan weer in het zadel
Bosgroepen, Bureau Natuurbalans-Limes DivergensHet verdwijnen van soorten, zoals de zadelsprinkhaan (Ephippiger diurnus), is een belangrijke indicator voor de stand van onze biodiversiteit.
Onderzoek naar leefgebied
De afgelopen jaren hebben Bureau Natuurbalans en Onderzoekcentrum B-WARE daarom met behulp van subsidie van provincie Gelderland onderzoek uitgevoerd naar de zadelsprinkhaan. Een van de vastgestelde mogelijke oorzaken is dat de bodemchemie in de leefgebieden niet op orde is. Rob Felix, projectleider namens Natuurbalans: “De meeste plekken hebben te weinig buffering en een te lage pH voor verschillende kruidensoorten, een veronderstelde voedselbron van de zadelsprinkhaan. Een hoge diversiteit aan planten en insecten in droge heide vereist voldoende mineralen en een juiste verhouding daarvan. Door overtollige stikstof hebben vooral heidegebieden, zoals op de Veluwe, het zwaar.”
Ieder plot een eigen, passende bufferende stof
Op basis van het onderzoek is besloten om bufferende stoffen toe te passen in de vorm van kalk en steenmeel. Leidje Verkerk was namens Bosgroep Midden Nederland verantwoordelijk voor de afstemming met alle betrokken terreineigenaren en voor de uitvoering. Leidje Verkerk: ”Op locaties in de omgeving waar zadelsprinkhanen voorkomen of voorkwamen zijn op basis van het bodemchemische onderzoek plots geselecteerd door Natuurbalans waar verschillende vormen van bekalking zijn toegepast. Deze plots zijn allemaal even groot (0,25 hectare) zodat eventuele verschillen in effecten van de verschillende bufferende stoffen naderhand goed kunnen worden gemonitord. Het gaat om locaties op de Veluwe en rond Nijmegen. De gebruikte soorten steenmeel en kalk zijn Soilfeed, Eifelgold, Biolit en schelpenkalk.”
Om goed te kunnen monitoren, is het heel belangrijk dat de uitvoering nauwkeurig gebeurt. “Met behulp van een GPS op de trekker kon de aannemer de begrenzing van de plots nauwkeurig volgen”, vervolgt Leidje. “Hij had een weegapparaat op de strooier waarmee de hoeveelheid bufferstof nauwkeurig kan worden bepaald. De uitvoering, oftewel het uitstrooien, moet ook onder de juiste omstandigheden gebeuren. Het is daarbij belangrijk dat het bijvoorbeeld niet te veel waait of regent. De aannemer maakte verder gebruik van speciale banden om insporing in het terrein te voorkomen.”
Uitstrooien steenmeel op de Posbank/Veluwe (Bron: Ruben Vermeer)
Monitoring met potvallen en tellingen
Inmiddels zijn de verschillende bufferstoffen op alle onderzoekslocaties op de Veluwe en bij Nijmegen uitgestrooid. Nu is het wachten op resultaat. De monitoring door Natuurbalans loopt nog een aantal jaren door.
Rob Felix: “De monitoring bestaat uit onderzoek naar ongewervelden door middel van potvallen en tellingen van sprinkhanen. Ook wordt de vegetatie gemonitord en onderzoekt B-Ware de bodemchemie en de chemische samenstelling van de planten. Uiteindelijk hopen we te kunnen onderscheiden welke soort bufferstof een positief effect heeft op bodem, flora en fauna. Dat helpt ons en de terreineigenaren bij vervolgstappen.”
Hoop op hervestiging en uitbreiding
Jaap Bouwman, als ecoloog van de Bosgroep betrokken bij het project: “Het ultieme succes zou natuurlijk vestiging of toename van de zadelsprinkhaan zijn, maar ook een verbetering van de bodemchemie en toename van soorten die kenmerkend zijn voor rijkere heiden is voor ons al een succes.”
Tekst: Bosgroepen en Natuurbalans
Foto's: Jaap Bouwman, Bosgroepen (leadfoto: zadelsprinkhaan op de Hoge Veluwe); Rob Felix, Natuurbalans
Film: Ruben Vermeer, Natuurmonumenten