Zeer zeldzame Geelroze vezeltruffels gewoon voor het oprapen
Nederlandse Mycologische VerenigingIn de Staatsbossen van Schoorl worden regelmatig truffels gevonden. De bekendste truffel is wel de Okerkleurige vezeltruffel (Rhizopogon luteolus). Deze soort is niet zeldzaam in Nederland en kan vrijwel overal op de hogere zandgronden onder dennen (Pinus) worden gevonden. Bij het grote publiek behoren truffels tot de meest aansprekende groep van paddenstoelen die er zijn. Dit heeft vooral te maken met de culinaire toepassingen van enkele (peperdure) truffelsoorten uit mediterrane streken.
Dat er ook truffelsoorten in Nederland voorkomen is nog nauwelijks bekend. Een paar truffelsoorten zijn zelfs niet zo moeilijk te vinden, als je maar weet waar je moet zijn. Vezeltruffels kunnen in een dunne strooisellaag of soms zelfs boven op de grond worden gevonden. Voor zover bekend zijn de in Nederland voorkomende truffels niet of nauwelijks te eten. De opwarming zou daar in de toekomst misschien wel verandering in kunnen brengen.
Ontbrekende strooisellaag
Vaak genoeg worden vezeltruffels aangezien voor aardappelbovisten (Scleroderma spec.).Vezeltruffels onderscheiden zich duidelijk van andere stuifzwammen door een netwerk van fijne vezeltjes waarmee ze zijn bedekt. Het zijn restanten van de ondergrondse zwamvlok, waar ze deel van uitmaakten. In Nederland leven alle vezeltruffels in symbiose met naaldbomen op zandgrond.
Dat vezeltruffels soms gewoon voor het oprapen liggen is misschien wat verwonderlijk. Vezeltruffels ontwikkelen zich ondiep in het zand of in de strooisel- of humuslaag bovenop het zandoppervlak. Bij een zeer dunne strooisellaag komen ze geheel of gedeeltelijk bovengronds te liggen. Vaak verwaait of verteert de strooisellaag waarin ze zich hebben ontwikkeld, waarna ze op de grond voor het oprapen komen te liggen. Op een zandig, onbegroeid speelterrein midden in de dennenbossen van Schoorl werden de vezeltruffels wel heel gemakkelijk gevonden. Ze lagen op de grond tussen de door de wind kaal gewaaide wortels van de dennenbomen om het speelterrein heen. Vervolgens konden ze als van een presenteerblaadje worden opgeraapt om thuis te worden onderzocht. Het bleek te gaan om de zeer zeldzame Geelroze vezeltruffel (Rhizopogon luteorubescens; RL: Kwetsbaar). Deze vezeltruffel is tegenwoordig alleen nog maar bekend van de Schoorlse duinen.
De Geelroze vezeltruffel is gemakkelijk van de Okergele vezeltruffel te onderscheiden. De één tot drie centimeter grote vezeltruffels hebben nauwelijks vezeltjes op het bolletje zitten. Ze vertonen op het snijvlak of bij kneuzing een rode verkleurende wand (peridium). De sporen meten 7,5 tot 10 bij 2,5 tot 4 micrometer. De Okergele vezeltruffel heeft een doorsnede van twee tot vier centimeter, terwijl de wand niet verkleurt bij doorsnijden of kneuzing. Hij is bedekt met vele bruine tot donkerbruine vezeltjes. De sporen meten 5,5 tot 7,5 bij 2,5 tot 3 micrometer.
Tekst en foto's: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging