Tuinierende ganzen op het wad
Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]
Momenteel zijn er veel mensen druk in de weer met hun moestuintje waar met de weinige zonnige dagen de groenten maar moeilijk klaar willen worden voor de oogst. Echter, mensen zijn niet de enigen die van tuinieren houden; rotganzen en smienten kunnen er ook wat van! Wetenschappers van de projecten Waddensleutels en Waddenengine van de Rijksuniversiteit Groningen hebben ontdekt dat ganzen en smienten ieder jaar ervoor zorgen dat hun lievelingskostje zeegras zo blijft groeien dat ze er elk najaar weer gemakkelijk van kunnen eten.
Aan de kust van Noord-Groningen is het grootste zeegrasveld van de Nederlandse Waddenzee te vinden. Dit zeegras groeit op een plek die bij laag water droogvalt en heeft dan een kenmerkende structuur van heuveltjes en poeltjes. In het voorjaar staat er op de heuveltjes veel zeegras, terwijl de poeltjes kaal zijn. Met hoog water vangt het zeegras zwevend slib in, waardoor de begroeide plekken hoger komen te liggen dan hun omgeving. In de zomer neemt de zeegrasbedekking toe en groeien ook de poeltjes helemaal dicht met zeegras. De onderzoekers van Rijksuniversiteit Groningen hebben ontdekt dat dit kenmerkende zeegraslandschap ontstaat doordat ganzen en smienten het zeegras in het najaar begrazen.
Momenteel zijn de meeste rotganzen en smienten nog in de Arctische toendra en Noord Scandinavië waar ze broeden en hun jongen grootbrengen. Als deze Noordelijke gebieden kouder worden vertrekken de vogels naar het zuiden waar het gras nog groen is en er geen laag sneeuw op ligt. Rond begin oktober komen de vogels aan in de Nederlandse Waddenzee waar ze onder andere van het zeegras eten. Uit het onderzoek bleek dat de ganzen en smienten in het najaar het liefste uit de net dichtgegroeide poeltjes eten. Terwijl het op de heuveltjes lastig is om het zeegras uit de modder te krijgen, zorgt het laagje water in de poeltjes ervoor dat de ganzen hier de zeegraswortels gemakkelijk kunnen loswerken.
Maar hoe zit het nu met het tuinieren van de ganzen? Doordat het zeegras in de poeltjes elk najaar opnieuw helemaal door de ganzen wordt opgegeten, krijgt het net ingegroeide zeegras hier steeds te weinig tijd om slib in te vangen en net zo hoog te worden als de heuvels die in de winter ook met zeegras begroeid blijven. Hierdoor eten de vogels elk jaar opnieuw vers zeegras uit de poeltjes die ze zelf in stand houden. Dit tuinieren is mogelijk niet alleen goed voor de ganzen maar ook voor het zeegras, omdat de begrazing de groeikracht van het zeegras verhoogt waardoor het gezonder blijft. Momenteel is het zeegras in Noord-Groningen één van de weinige in de Nederlandse Waddenzee. Daarom zijn er ook projecten gaande om het zeegras te herstellen. Hopelijk zullen hier in de toekomst ook tuinierende ganzen zijn te zien zijn die het zeegras in stand zullen houden.
De resultaten van dit onderzoek zijn gisteravond gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift PLoS ONE, hier kunt u het artikel lezen.
Tekst: Ellen Weerman, HAS Den Bosch; Tjisse van der Heide, Rijksuniversiteit Groningen; Britas Klemens Eriksson, Rijksuniversiteit Groningen.
Foto: Johan Eklöf; Luc Hoogenstein, Saxifraga