Emma Penning sampling the mudflat for shrimp and crab, the skyline of Griend on the background.

Succesvolle drietenen gaan voor garnaal

NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee
21-NOV-2023 - Tegen de trend van veel vogels in, doet de drieteenstrandloper het al jaren relatief goed in de Waddenzee. De sleutel tot dat succes zit in de timing van het belangrijkste voedsel van deze vogeltjes: de garnalen op het wad. Dat is één van de conclusies uit het proefschrift van Emma Penning, waar zij 28 november op hoopt te promoveren.

Emma Penning onderweg om vogels te tellen op het wad

“Door het veranderende klimaat komen de garnalen tegenwoordig net iets vroeger en ook in hogere aantallen naar de ondiepe delen van de Waddenzee en daar profiteren doortrekkende drieteenstrandlopers van”, vertelt Penning.

Uit alle windstreken

Ruim tien jaar terug ontdekten vogelonderzoekers op het onbewoonde Waddeneilandje Griend min of meer bij toeval dat daar drieteentjes uit alle windstreken samenkomen, vertelt Penning. “De gekleurde ringen aan de pootjes van de vogels, die op afstand met de telescoop af te lezen zijn, lieten zien dat hier drieteentjes uit Afrika, Zuid-Europa, Engeland, IJsland en Oost-Europa samenkomen. Dat doen ze voordat ze naar de broedgebieden in onder andere Groenland vertrekken, of nadat ze ervan teruggekeerd zijn. Maar waarom ze hier zo graag kwamen, dat wisten we toen nog niet.”

DNA in de poep

Voor haar promotieonderzoek keek Penning letterlijk duizenden uren door de telescoop naar de etende strandlopers. “Dan zie je wel veel, maar niet alles. De vogels pikken razendsnel kleine prooien uit het zand, die je dan lang niet altijd op naam kan brengen. Maar we zagen vaak ook heel duidelijk dat ze achter springende garnaaltjes aan renden. Pas toen we naar het DNA in de poepjes van de vogels gingen kijken, zagen we hoe belangrijk die garnaaltjes eigenlijk zijn. In het najaar maken garnalen wel twee derde van het dieet van de drieteenstrandlopers uit.”

Drieteenstrandloper met garnaal

Hoofdmoot

Drieteenstrandlopers kunnen veel prooien pakken: van wormpjes en kleine wadslakjes tot aangespoelde schelpdieren en krabbetjes. “Maar als ze de kans krijgen, gaan ze toch echt voor garnaal”, zag Penning. “Ook als de garnalen langzaam in aantal afnemen aan het eind van de zomer, zien we dat ze nog steeds de hoofdmoot van het drieteendieet vormen. Pas eind september, wanneer de garnalen naar de diepere delen van de Waddenzee en de Noordzee zijn verhuisd, schakelen de vogels over op ander voedsel. Dat is ook vaak het moment dat de vogels ineens op de stranden van de Noordzee opduiken.”

Griend belangrijk

Vooral de wadplaten rond Griend zijn goed habitat voor garnalenliefhebbers, zo blijkt uit de tellingen van Penning en collega’s. “De hele populatie van de drieteenstrandlopers aan de oostkust van de Atlantische Oceaan bestaat naar schatting uit 250 tot 300 duizend vogels. Tijdens de piek in het vroege voorjaar kunnen er daarvan op één moment wel 20 duizend vogels rond Griend zitten. Door het jaar heen komt waarschijnlijk wel een kwart van de populatie op enig moment even buurten in de Waddenzee. Voor de precieze aantallen moeten we nog nauwkeuriger naar de ringwaarnemingen kijken.”

Emma Penning laat een gezenderde drieteenstrandloper los

Uitgestrekte wadplaten

Penning vermoedt dat Griend zo geschikt is vanwege de rust en de uitgestrekte wadplaten rond het eiland. “Door het opwarmende klimaat zien we bovendien dat de garnaaltjes hier in het voorjaar tegenwoordig een week of twee eerder opduiken. Toevallig sluit dat goed aan bij het reisschema van de drietenen. Dat verklaart waarschijnlijk waarom dit de enige populatie is van de drieteenstrandlopers op de hele wereld die in de lift zit. Soortgenoten langs de kusten van Amerika, Azië of Australië doen het lang niet zo goed.”

Toeval

Dat de drieteenstrandloper profiteert van het veranderende klimaat, is meer geluk dan wijsheid, denkt Penning. “We kunnen niet zeggen of de vogels zich gericht hebben aangepast aan de verandering. De veranderende timing van de garnalen sluit wel goed aan bij het huidige seizoensritme van de vogels. Mijn onderzoek laat dan ook vooral zien dat je naar een hele voedselketen moet kijken, wil je veranderingen in aantallen vogels begrijpen. Als het de komende decennia nóg warmer wordt, is het nog maar de vraag hoe de natuur in de Waddenzee daarop reageert.” 

Tekst: NIOZ
Foto's: Jasper Doest (leadfoto: Emma Penning neemt monsters op het wad van krab en garnaal); NIOZ; Jan Veen; Selin Ersoy