Potvis strandt in Baai van Heist
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
In de ochtend van 8 februari strandde een Potvis op het strand van Heist. Het dier was aanvankelijk nog in leven maar stierf in de loop van de voormiddag. In de namiddag werd een autopsie uitgevoerd. Dit is pas de achtste Potvis die sinds 1900 in België aanspoelt. Zoals steeds haalde ook deze stranding de nodige media-aandacht. Kik hier voor een reportage.
Potvissen (Physeter marcocephalus) zijn de grootste van alle tandwalvissen (volwassen mannetjes worden tot 22 meter). De soort is een echte kosmopoliet en houdt zich vooral op in de diepzee. Het zijn spectaculaire duikers die tot drie km diep gaan om daar - met behulp van echolocatie - te jagen op grote inktvissen.
De Noordzee, als ondiepe randzee, valt buiten het normale leefgebied van Potvissen en dieren die in de Noordzee terecht komen, kunnen hier vermoedelijk niet (optimaal) foerageren. Die Potvissen worden dan ook vaak als ‘verdwaalde’, ‘uit koers geraakte’ individuen aangeduid. De talrijke strandingen lijken dat beeld te ondersteunen. Toch weet een aantal Potvissen de Noordzee op eigen kracht te verlaten zonder ergens in problemen te komen. Het is dan ook een misvatting dat alle dieren hier in acute nood zouden verkeren.
Het exemplaar dat gisterochtend strandde in de Baai van Heist, was een jong mannetje van 13,5 meter. Op zich is zo’n stranding op de Belgische kust behoorlijk uitzonderlijk . De laatste stranding dateert van 26 februari 2004 toen een kadaver aanspoelde op het strand van Koksijde. Dit exemplaar was al geruime tijd dood en was ook eerder al (op 28 januari 2004) gestrand op de Engelse kust nabij Thornham. Koksijde tekende ook voor de voorlaatste stranding toen op 18 november 1994 toen drie exemplaren (levend) aanspoelden. Een vierde exemplaar werd die dag dood op zee gevonden en werd later naar het strand van Nieuwpoort gesleept.
De gemiddelde lengte van de sinds 1950 in Nederland en België gestrande Potvissen bedraagt 14,6 meter (de kleinste was 11,7 m, de grootste 18 m). Tot nog toe ging het steeds om onvolwassen en volwassen stieren. Voor zover bekend is er in de Lage Landen nog nooit een wijfje gestrand en ook jonge kalfjes werden in de Zuidelijke Noordzee nog niet opgemerkt.
Potvissen hebben een zeer complex sociaal leven. Koeien, kalfjes en jonge dieren blijven vaak samen in zogenaamde ‘crèches’ terwijl grotere onvolwassen mannetjes en oudere stieren doorgaans een eenzaam, zwervend bestaan leiden. Deze mannetjes trekken in het voorjaar vanuit de subtropische wateren van de Atlantische Oceaan naar koudere, voedselrijke wateren in het Hoge Noorden. En het zijn zij die, bij terugkeer naar het zuiden in het late najaar , soms in de Noordzee terechtkomen. De stranding in de Baai van Heist staat niet op zich. Op 3 november 2011 strandde ook al een mannetje op Hinderplaten, ca. 3 km voor de kust bij Voorne (Nederland). Dit dier was sterk verzwakt, werd losgeduwd door een boot en opnieuw naar zee gedirigeerd. Op 15 november 2011 spoelde mogelijk dezelfde Potvis dood (en rot) aan nabij Pellworm (Duitsland).
Op de Rode Lijst van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) staat Potvis in de categorie 'kwetsbaar'. De soort werd commercieel bejaagd sinds 1712. In de piekperiode van de commerciële walvisvangst, rond 1950, werden jaarlijks ca. 25.000 Potvissen gedood. De commerciële Potvisserij werd pas in 1988 gestopt, op een ogenblik dat er van de aanvankelijke wereldpopulatie van 1.100.000 ex. nog amper 360.000 restten. En aangezien de totale populatie slechts met 1% per jaar aangroeit, wordt het nog lang wachten op de pre-walvisvangst aantallen ...
De Potvis van Heist stond de ganse nacht onder politiebewaking om te verhinderen dat souvenirjagers illegaal de onderkaak zouden verwijderen. In een onderkaak zitten immers 40 tot 52 ivoren tanden die op de zwarte markt naar verluidt een straatwaarde kunnen halen van 800 euro per tand. Vandaag zal de Potvis worden opgeruimd en delen zullen worden vervoerd naar een vleesverwerkend bedrijf. Hopelijk verloopt de opruiming niet zoals in dit fimpje waarbij een walvis op 12 november 1970 in Oregon werd 'opgeruimd'.
Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto's: Geert Vanhulle, Jan Haelters (KBIN)