Kerkuiltjes in De Graafschap
Bericht uitgegeven door Natuurbericht op [publicatiedatum]
In de boerderij van Natuurmonumenten in Vorden is een nest kerkuilen ontdekt. Maar liefst vier uilskuikens telt het gezinnetje, waaronder een nakomertje. Afgelopen zaterdag werden de jongen gewogen en geringd door de Kerkuilen Werkgroep Achterhoek. Er bleken vier al grote jongen in de uilenkast op de zolder van de boerderij te zitten. Drie waren er al zo groot dat ze de kast binnenkort zullen verlaten. De vierde was een nakomertje. Dat is goed te zien aan de nog dikke donslaag die het dier heeft; hoe meer dons hoe jonger.
Over de kerkuil
Een angstaanjagen gekrijs of een plotselinge schim in het duister is voor veel mensen de eerste ontmoeting met een kerkuil. De indrukwekkende vogel broedt en jaagt vaak in de menselijke omgeving, maar er zijn maar weinig mensen die de vogel te zien krijgen.
Waar woont de kerkuil?
Kerkuilen zijn te vinden in boerenschuren, kerktorens en andere bouwwerken en soms ook in een holle boom. Het voedsel bestaat voornamelijk uit veldmuizen, aangevuld met huisspits- en bosspitsmuizen. Jonge kerkuilen kunnen soms flinke zwerftochten maken, maar eenmaal gevestigde vogels verblijven hun leven lang in hetzelfde leefgebied.
Is de kerkuil zeldzaam?
De kerkuil is een evolutionair succes: de soort komt in 35 ondersoorten (varianten) voor op ieder continent, behalve op Antarctica. De kerkuil houdt niet van koude winters: zijn verenkleed is slecht in staat warmte vast te houden.
Tot in de jaren vijftig broedden jaarlijks minstens 1500 tot 3000 paar kerkuilen in halfopen landelijk gebied, vooral in het midden en oosten van Nederland. De turbulente ontwikkelingen op het platteland (verkavelingen, intensiever graslandgebruik, effectievere muizenbestrijding, verdwijnen ruige hoekjes en dergelijke) maakten het leven voor de kerkuilen er niet makkelijker op, hetgeen tot gevolg had dat na een forse terugval door de strenge winter van 1963 en vooral die van 1979 nauwelijks meer herstel optrad.
In 1980 waren nog maar 100 paar kerkuilen over. Sindsdien gaat het de soort weer wat beter, hetgeen mede te danken is aan het intensieve beschermingsprogramma. In de negentiger jaren broedden 700 tot 1200 paar kerkuilen in ons land, waarvan zo'n driekwart in Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland. Sinds 1998 gaat het beter met de kerkuil. In 2000 broedden er ongeveer 2000 paren in Nederland. Deze uilen broeden echter hoofdzakelijk (ongeveer negentig procent) in nestkasten. Daarmee zijn kerkuilen bijzonder sterk afhankelijk van menselijke "goodwill".
Ook kerkuilen op uw erf?
Maak een geschikte broedgelegenheid. Ruim het erf vooral niet te netjes op en laat ruige stukjes staan; uilen zijn gebaat bij veel muizen, en rommel en ruigte geeft muizen een kans.
Bron: Natuurmonumenten
Foto: Koos Dansen