Veenpluis in een levend hoogveen in Nederland

Veluwse wetlands: nieuw veen is nodig voor natuur en klimaat

ARK Rewilding Nederland
20-DEC-2024 - Vraag een willekeurige Nederlander een groot natuurgebied te noemen en de kans is groot dat je ‘Veluwe’ hoort. En inderdaad, de Veluwse natuur ziet er vaak schitterend uit, maar eigenlijk is ze er beroerd aan toe.

Op de flanken van de Veluwe, waar de droge hoge Veluwe overgaat in vruchtbare en vaak natte gebieden, sluimert een enorme herstelkracht. Zeldzame natuur kán terugkeren. Dat is ook nog eens heel goed voor het klimaat. Samen met ecologen van de Bosgroepen droomt ARK Rewilding Nederland van herstel van de natte oostelijke Veluwe. Daar kan zich nieuw veen vormen: leefgebied voor zeldzame wilde soorten én vastlegger van grote hoeveelheden CO2.

Droog en kletsnat

“De Veluwe is heel erg divers. Het is meer dan alleen die droge stuwwal met heide, stuifduinen en bos. Veluwemassief vinden we daarom ook een lastige term, omdat die geen recht doet aan de diversiteit en ook afleidt van de randen, de flanken, die er voor de natuur echt bij horen”, zegt ecoloog Harm Smeenge van de Bosgroepen. Hij zit aan een kleine tafel vol thee, koekjes, pompoensoep en lege ijsbekertjes met collegaecoloog Jaap Bouwman thuis bij Marieke Reisinger van ARK. Ze zijn ‘ecologische bondgenoten’ in de missie om de Veluwe een ecologisch ‘opkontje’ te geven, zoals ARK deed met het rivierengebied. Landschapsecoloog Smeenge kijkt daarbij goed naar de bodem en de lagen die daarin allemaal een rol spelen. Die bepalen wat er gebeurt – en kan gebeuren – boven het oppervlak.

“Kijk alleen al naar de grondsoorten: deels zijn dat Rijnafzettingen van voor de ijstijden die de stuwwal deden ontstaan. Daar zitten veel mineralen in. De oostelijke zandafzettingen, die je meer op het centrale deel van de Veluwe aantreft, zijn veel armer. Daar zijn de mineralen en voedingsstoffen uitgespoeld geraakt in de loop der eeuwen. Juist daar zijn de effecten van verzuring nu heel erg zichtbaar. Aan de zuidkant van de Veluwe vind je dan weer lössafzettingen die in de laatste ijstijd zijn ontstaan. Die bodems zijn veel jonger, je vindt er nu veel beukenbossen. Die doen het goed op een wat meer pH-neutrale bodem. De zuurgraad, de pH, verschilt nogal van plek tot plek en wordt voor een groot deel bepaald door de ontstaansgeschiedenis van de bodem.”

Zeldzame planten hebben amper toekomstperspectief op de Veluwe die nu beschermd wordt als Natura 2000-gebied. De impact van stikstof is er heel groot en de leefgebieden waarvan deze soorten het moeten hebben zijn zo zeldzaam geworden, dat we eigenlijk geen hoop meer kunnen hebben dat we deze soorten daar nog wel kunnen behouden. Voor deze soorten is herstel van leefgebied op betere plekken noodzakelijk. Deze veenbessen en zonnedauw zijn gefotografeerd in een levend hoogveen in Letland

N2000-Veluwe kan zeldzame leefgebieden niet meer leveren

Ze pakken de kaart erbij, die wat onhandig over de thee, soep en ijsbakken ligt. Marieke laat zien dat de hoge delen van de Veluwe een hand vormen. “Kijk, de palm is het Veluwemassief en de vingers zijn uitgesneden door de beken die naar het oosten stromen. Op deze vingers is het prachtig wonen of boeren. Daar is de bodem van nature droger. De dalen tussen de vingers waren van oorsprong kletsnat. Dat biedt kansen voor veenherstel en voor koolstofopslag."

"Kijk, hier in het Wisselse Veen is Geldersch Landschap & Kasteelen al bezig met natuur- en veenherstel. Zij laten daarmee zien dat het werkt, dat het kan. Ook hier bij het Kroondomein Het Loo, en op Landgoed Tongeren, zie je het begin van zulk herstel. Wat mij betreft is dat een grote aansporing om dit op grotere schaal, in een groter gebied op te pakken. Ook zijn dit de beste plekken voor een natuurverbinding naar de IJssel. Verbindingen zijn cruciaal voor dieren én planten, zeker nu ze vanwege verschuivende klimaatzones moeten kunnen meebewegen in een veranderende leefomgeving”. 

Beschermd en kansloos

De drie aan tafel zijn het erover eens: om de natuur van de Veluwe te herstellen is het nodig om juist de kansen op de natte oostelijke rand te verzilveren. “Het helpt niet dat alleen het droge, hoge deel van de Veluwe beschermde natuur is. Dat is schijnnatuurbescherming en het gebied piept en kraakt onder de invloed van stikstof. De kans dat kwetsbare soorten zich daar nog kunnen redden is vrijwel nihil”, oordeelt Jaap Bouwman van de Bosgroepen. “De droge bult is als Natura 2000 aangewezen, maar de west- en oostflank van de Veluwe zijn dat niet. En daardoor is er nu geen enkele ambitie voor die beide flanken”, vult hij aan. “In het gevecht tegen de verzuring, vermesting en verdroging gaat de aandacht volledig uit naar het Natura 2000-gebied, terwijl de oplossing voor natuurherstel juist op die flanken zit. De planten en dieren die afhankelijk zijn van bijvoorbeeld trilveen, blauwgrasland, kalkmoeras of vochtig heischraal grasland zouden nu binnen de huidige Natura 2000-grenzen van de Veluwe beschermd moeten worden. Maar daar hebben ze geen enkele kans meer. Alleen in nieuw te ontwikkelen natuur kan dat nog lukken. Deze soorten moeten het voor hun toekomst hebben van de natte randen. Daar helpt mineraalrijk grondwater de effecten van verdroging, verzuring en vermesting te verzachten. Herstel kan lukken als we het natuurgebied uitbreiden met vooral de lage delen, de beekdalen en valleien, die zich van de Veluwe richting de vallei van de Randmeren en die van de IJssel uitstrekken. Op verschillende plekken is het water dat uit de Veluwe stroomt zo rijk aan mineralen en voedingsstoffen uit de bodem dat bijvoorbeeld kalkmoeras en hoogveen kunnen terugkomen. Het kan, als we ervoor kiezen dit te gaan doen.” 

Minder waterverlies aan papierfabrieken

Regenwater van de Veluwe stroomt op wel 140 plekken de Veluwe af. Gedeeltelijk via natuurlijke beken en gegraven sprengenbeken. Onttrekken die beken het water dat óp de Veluwe voor de natuur nodig is? Moeten we ze dempen? “Nee, zeker niet allemaal”, zegt Bouwman. “Voor de totale waterafvoer van de Veluwe maakt de afwatering via de sprengenbeken weinig verschil: deze beken zijn niet de belangrijkste oorzaak van de verdroging. Grootschalige wateronttrekking voor de papier- en kartonindustrie zijn grotere, tegennatuurlijke waterverliezers. Dat grootschalige verlies van water uit de Veluwse watervoorraad moeten we tegengaan. Water minder snel laten ‘afstromen’ naar de rivieren, het via doorstroomnatuur, zoals veen en moerasbos, langer vasthouden, kan natuur én de landbouw helpen. In droge tijden levert die natte natuur immers meer water na. Daar heeft de boer baat bij.”

Harm Smeenge is ervan overtuigd: “Zeker daar waar het water in aanraking is geweest met mineraalrijke bodems zouden we moeten kijken hoe we de natuur daar weer van kunnen laten profiteren. We verliezen nu veel waardevol mineraalrijk water zonder dat de natuur daar nog iets aan heeft. De keuze is dus vooral: wat doen we met het landschapsgebruik? Als we sloten dichten, af en toe wat te zwaar bemeste grond afgraven om weer bij de natuurlijke onderlaag te komen, dan is er ontzettend veel natuurherstel mogelijk. Zonder dat aangrenzende agrariërs daar last van hoeven hebben.” 

Levend hoogveen, hier met veenpluis, houdt heel veel (kwel)water vast en geeft dit in droge perioden geleidelijk af aan de omgeving. Dit levert heel waardevolle natuur op, en is ook voor de landbouw in de omgeving van groot bedrijfseconomisch belang. De natuur die ontstaat is ook nog eens heel erg mooi om te zien. Je zou denken: wat wil een mens nog meer!?

Uitgestoken hand

Harm Smeenge wijst naar de vingers aan de oostkant van Veluwe. “Kijk, hier had je tot in de zeventiende eeuw heel grote venen. Van vele honderden hectaren. Daar werd turf gestoken, en door die exploitatie veranderde het landschap grotendeels in schrale natte heide. Richting de IJssel wordt de bodem erg rijk, daar zit veel meer kalk in de grond. De potentie voor die venen is er nog steeds. Al zijn ze intussen verdwenen, ze kunnen hier heel goed terugkomen. Een permanent natte bodem en aanvoer van grondwater is nodig om zo’n veen tot ontwikkeling te laten komen. En dat kan nog: aan bodem en water is nauwelijks iets veranderd. En met de kennis van venen die we hebben, weten we dat het in twintig jaar tijd kan aangroeien met wel een halve meter levend veen”, zegt Harm.

Zeven keer meer dan bos

Marieke wijst erop dat ARK al 35 jaar op die manier naar het landschap kijkt: in een vol land als Nederland win je op meerdere punten met het combineren van natuur en andere functies. “Zo’n veenpakket buffert heel veel water, echt als een levende spons, en zal zich jaar na jaar verder ontwikkelen. Dat veen kan ons helpen om in natte tijden heel veel water op te nemen en het in tijden van droogte weer af te geven. Deze veennatuur is in zulke situaties — die steeds meer zullen voorkomen in het veranderende klimaat — ook voor de landbouw een belangrijk voordeel.” 

“En levend hoogveen slaat, nog meer dan ieder ander type natuur, veel koolstof en water op. In Nederland wordt heel erg op bomen planten ingezet om CO2 op te slaan. Veen slaat echter zeven keer meer CO2 per hectare op dan bos en is dan ook een grote kans om grote hoeveelheden koolstof terug in de bodem te brengen. Natuurlijk zal de stikstofneerslag op de Veluwe en de CO2-uitstoot van onze samenleving omlaag moeten: nieuw veen kan dat niet ‘goedmaken’, maar het levert wel, meer dan bomen planten, een bijdrage aan de weg naar een leefbare toekomst.” 

Op zoek naar verbinding

Harm Smeenge, Jaap Bouwman en Marieke Reisinger zijn het er duidelijk over eens: deze ecosysteemdiensten en de kansen voor de wilde planten en dieren die het op de hoge delen van de Veluwe niet meer redden, zijn goede argumenten voor natuurontwikkeling. Realistisch als ze zijn weten ze dat het afstaan van grondgebied aan de natuur met de nodige gevoeligheden gepaard gaat en alleen met kleine, vrijwillige stapjes kan. “Het is niet nodig — of zelfs maar mogelijk — om in één keer de hele oostelijke Veluwe aan te pakken. Dat is niet erg, we hebben een lange adem en er zijn meer partijen die dit laaghangende fruit op de oostflank willen verzilveren”, vindt Marieke. “Het is belangrijk die verbinding op te zoeken. Systeemherstel is niet alleen cruciaal voor de Veluwse natuur, maar ook voor een leefbaar platteland, voor landbouw, voor recreatie, voor wonen. We hopen samen stappen te kunnen zetten in de richting van een meer natuurlijke, meer gezonde Veluwe.”

Over ARK Rewilding Nederland

ARK Rewilding Nederland ontstond in 1989 in het rivierengebied. Het duurde nog 30 jaar voor ARK de stap naar de droge Veluwe zou zetten. Anders dan in andere ARK-voorbeeldgebieden heeft ARK hier geen meter grond in bezit en is het ‘gezellig druk’ met eigenaars en beheerders. “Onze meerwaarde zit hier in het verbinden en het ‘erboven hangen’”, zegt Marieke Reisinger, programmaleider De wilde Veluwe bij ARK. “Juist omdat we geen eigen grond hebben en onversneden naar het natuurbelang kunnen kijken, zien we dat de natuurkwaliteit van de Veluwe hier en daar echt beter kan en dat dat ook andere maatschappelijke kwesties aanpakt. Waterbuffering en het vastleggen van broeikasgassen in veen bijvoorbeeld. Komen we toch weer bij water uit.”

ARK Rewilding Nederland werkt op de Veluwe nauw samen met andere organisaties en terreinbeheerders, zoals Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, en de ecologische experts van de Bosgroepen.

Meer informatie

  • Dit artikel is deel van de serie ARK35 ter gelegenheid van het jubileum van ARK Rewilding Nederland. De andere artikelen vind je op de website van ARK.

Tekst: Lars Soerink, ARK Rewilding Nederland
Foto's: ARK Rewilding Nederland