Een topprestatie voor de kerkuil!
Vogelbescherming NederlandWie naar de site van Beleef de Lente gaat en een kijkje neemt in de kerkuilenkast ziet daar, live voor de camera, twee kroelende kerkuilen en zeven eieren. Het is het derde legsel van dit paartje in het Friese Earnewâld. Het eerste nest werd verstoord door een steenmarter en de eieren werden al in een vroeg stadium opgegeten. Ook dat was live te zien via de website.
Heel wat paringen en een korte baltsperiode later volgde al vrij snel een tweede leg. Deze jongen zijn succesvol uitgevlogen. Terwijl de clipmakers van Beleef de Lente al druk bezig waren met het maken van een afsluitend seizoenoverzicht, volgde onverwacht een derde legsel. Een topprestatie!
Muizenplaag
De reden voor de hoeveelheid aan eieren bij de kerkuil laat zich niet moeilijk raden: voedsel genoeg. Op dit moment heerst er op meerdere plekken in Nederland een muizenplaag, prima voer voor uilen. In dit soort muizenrijke jaren broeden kerkuilen twee keer en bij uitzondering drie keer, zoals nu het geval is. En dat is ook wat we voor de webcams zien: man kerkuil komt aanvliegen met een muis, waarna er een paring volgt.
Vrouw broedt, man haalt eten
Zodra het eerste ei gelegd is, begint vrouw kerkuil met broeden. Twee tot drie keer per uur keert ze de eieren met de onderkant van haar snavel. Het regelmatig keren van de eieren is van groot belang voor de ontwikkeling van de kiem en voor een goede verdeling van de warmte over het ei.
Het vrouwtje kerkuil broedt alleen, terwijl het mannetje kerkuil haar gedurende de gehele broedperiode voorziet van voedsel. Krijgt ze in deze periode te weinig voedsel, dan kiest ze voor zichzelf en verlaat ze het legsel. Daarover hoeven we ons nu nog geen zorgen te maken, want er zijn nog steeds muizen in overvloed. Tegen het einde van de broedperiode, die zo’n dertig dagen duurt, komen de eieren uit. Nu de camera’s van Beleef de Lente open blijven, kunnen we dat opnieuw live meemaken. Kijken dus, op www.beleefdelente.nl.
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Hugo Willocx; Martin Mollet