Bestrijdingsmiddel belet herstel biodiversiteit
Bericht uitgegeven op vrijdag 29 januari 2010
Het gebruik van bestrijdingsmiddelen zoals insecticiden en fungiciden heeft een doorslaggevend negatief effect op wilde planten- en diersoorten in de Europese akkerbouwgebieden.
In een onderzoek van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, en acht andere Europese universiteiten komt naar voren dat een verdubbeling van de agrarische productie leidt tot een halvering van het aantal wilde plantensoorten. Kevers en broedvogels gaan er met een derde op achteruit. Tegelijk met de intensivering van de landbouw nemen de kansen voor biologische bestrijding af.
De onderzoekers bepleiten dan ook om op grote schaal het gebruik van bestrijdingsmiddelen tot een minimum terug te brengen. Alleen op deze manier is het herstel van biodiversiteit op akkerland te bevorderen en kan het potentieel voor de biologische bestrijding van plagen omhoog.
Het internationale onderzoeksteam onderzocht in negen gebieden in West- en Oost-Europa steeds 150 percelen van dertig akkerbouwbedrijven. De onderzoekers maten 21 eigenschappen van het gebruik van het perceel en van het omringende landschap. Hiertoe behoren onder meer de afwisseling van het landschap, de mate van bemesting en de toepassing van chemische bestrijdingsmiddelen, zoals insecticiden en fungiciden.
Uit de statistische analyse van de onderzoeksgegevens blijkt dat het gebruik van pesticiden, zoals in de intensieve akkerbouw, consistent een negatief effect heeft op de biodiversiteit van wilde planten, kevers en broedvogels. Wanneer akkers op een biologische manier worden bewerkt of als er sprake is van beheersovereenkomsten waarbij er minder of geen pesticiden worden toegepast, blijkt dit in heel Europa positief uit te werken op het aantal planten- en keversoorten. Het aantal vogelsoorten blijft echter nagenoeg gelijk. Vogels, vlinders, en bijen zoeken voedsel in een groot gebied, waardoor ook pesticidegebruik op aangrenzende akkers voor hen negatief kan uitwerken.
Biologische bestrijding
Het onderzoeksteam concludeert bovendien dat de verminderde biodiversiteit een negatief effect heeft op de mogelijkheden voor biologische bestrijding. Deze is gemeten door te kijken naar de overlevingskansen van uitgezette bladluizen die door natuurlijke vijanden worden opgegeten.
Europa
De afgelopen vijftig jaar zijn door de intensivering van de landbouw veel wilde planten- en diersoorten regionaal of landelijk uitgestorven. In die periode zijn bedrijven en percelen vergroot en veranderde het landschap doordat heggen en ruige akkerranden werden opgeruimd. De percelen werden meer bemest en meer met pesticiden bespoten. Vanaf begin jaren '90 is het Europese beleid erop gericht het pesticidengebruik terug te dringen.
Voor de biodiversiteit in Europa zijn de gemeten effecten zeer belangrijk. Agrarisch land is met 43 procent van het oppervlak van de 27 lidstaten van Europa de omvangrijkste landschapsvorm waarin de helft van het aantal Europese vogels voorkomt en 20 tot 30 procent van de (Britse en Duitse) flora.
Bron en meer informatie: Wageningen Universiteit en Researchcentrum
Foto: Arnold van Vliet