Fipronil in vlooienbandjes: weg vlooien, weg vlinders?
De VlinderstichtingHet gebruik van systemische gewasbeschermingsmiddelen, zoals sommige neonicotinoïden, is binnen Europa steeds meer aan banden gelegd vanwege de neveneffecten op onder meer bijen. Ook voor fipronil zijn negatieve effecten vastgesteld. Bij het groot koolwitje leidde blootstelling van de rupsen aan fipronil tot sterk verminderde voortplanting in het vlinderstadium, zo blijkt uit recent Wagenings onderzoek. Dat hebben we als Vlinderstichting trouwens ook zelf ervaren in onze vlinderkweek. We kweken koolwitjes om eitjes, rupsen en poppen naar scholen te sturen om te worden opgekweekt in de klas. Het is voor de kinderen geweldig om een eitje uit te zien komen en een rups te zien groeien en verpoppen. En het is helemaal geweldig als ze getuige zijn van het uitkomen van een vlinder in de klas en deze feestelijk buiten loslaten. Maar op een gegeven moment legden de koolwitjes in onze kweek geen eitjes meer en konden de vlinderlessen op de scholen dus niet meer doorgaan. Het bleek dat de zaden van de planten waarop we de vlinders kweekten waren gecoat met fipronil. De rupsen die van de planten aten groeiden en verpopten normaal. De vlinders kwamen goed uit en vielen dus niet dood uit de lucht. Maar de vlinders plantten zich veel minder voort. Het effect is dus sluipend en stiekem.
Zaadcoating met fipronil werd tot voor kort veel toegepast tegen aantasting van koolgewassen door koolvlieg. Inmiddels is het middel niet meer toegestaan voor landbouwkundig gebruik, maar wel in bijvoorbeeld mierenlokdoosjes en in anti-vlooienmiddeltjes voor honden en katten. En daardoor komt het middel volop in het milieu terecht. Omdat fipronil in bodem en water langzaam afbreekt, vormt het dus nog steeds een risico voor de biodiversiteit. Onderzoekers van de Universiteit van Sussex hebben in Engelse rivieren forse concentraties gevonden van fipronil en de neonicotinoïde imidacloprid. De gevonden concentraties overschreden de aanvaarde veilige limieten vaak ver. De onderzoekers: "Fipronil is één van de meest gebruikte vlooienproducten. Recente studies hebben aangetoond dat het wordt afgebroken tot verbindingen die persistenter zijn in het milieu en giftiger zijn voor de meeste insecten dan fipronil zelf.” Omdat het dus moeilijk afbreekbaar is, kunnen de gevolgen nog lange tijd voortduren. In Nederland zijn 1,5 miljoen honden en bijna 2,6 miljoen katten. Veel hiervan worden met deze middelen behandeld. De problemen zullen ook hier vast en zeker spelen.
Meer informatie
- Het Wageningse onderzoek naar de effecten van fipronil op koolwitjes
- Het Britse onderzoek over de gevonden middelen in Engelse rivieren
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting (leadfoto: hond zonder vlooienbandje)