Landkaartje houdt van fluitenkruid

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op maandag 11 mei 2009

Het landkaartje vliegt normaal gesproken in twee generaties per jaar in het voorjaar en in de zomer. De feloranje voorjaarsgeneratie is nu volop actief. Landkaartje is een van de weinige vlinders die fluitenkruid gebruikt als nectarplant.

Landkaartjes komen in het hele land voor, overal waar bomen en struiken zijn. Ze zijn pas na 1940 in Nederland verschenen en hebben zich sindsdien langzaam maar zeker over het hele land verspreid. Ook in tuinen die een wat bosachtige omgeving hebben kunnen landkaartjes worden gezien. De naam heeft de vlinder te danken aan zijn onderzijde, een fraai gekleurd patroon van vlekken en lijnen die wel aan een plattegrond doen denken. Nu in het voorjaar bloeit overal volop het fluitenkruid en dat is een plantensoort waar je het landkaartje regelmatig op kunt aantreffen. Dat is bijzonder, want veel andere vlinders zie je er niet op. De poppen van het landkaartje hebben de winter doorgebracht tussen de ruigte en in de struiken van bosrandjes.

Nu, in het voorjaar komen de verse vlinders eruit gekropen. Deze zijn mooi oranje gekleurd. Die kleur wordt bepaald door de hoeveelheid licht en de temperatuur tijdens het popstadium. De vlinders van nu hebben als pop in de winter weinig licht en lage temperaturen gehad en worden dan automatisch oranje. De mannetjes zitten op de uitkijk op zoek naar vrouwtjes. Na de paring worden de eitjes afgezet op de onderkant van brandnetelbladeren. De jonge rupsen zijn eind mei en juni actief en verpoppen dan. In juli vliegt de volgende generatie, die zwart-wit gekleurd is. Deze poppen hebben namelijk de langste dag meegemaakt en dus veel licht gehad en ook de temperatuur is vele graden hoger dan in de winter. In de zomer worden ze onder andere drinkend op berenklauw gezien, ook al zo’n plant die andere vlindersoorten mijden.

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Henkjan Kievit & Kars Veling