Kapwerkzaamheden in het bos en op de hei
Stichting RAVONBericht uitgegeven door RAVON op woensdag 22 oktober 2008
In ons land zijn veel diersoorten afhankelijk van een afwisseling van open en meer gesloten begroeiingen, bijvoorbeeld heel afwisselende bosranden, houtwallen, halfopen bossen en heidegebieden met verspreid staande bomen en struiken. Als dergelijke afwisselende gebieden dichtgroeien met bos, verdwijnen veel diersoorten. Daarom is beheer nodig, zeker ook voor de reptielen en amfibieën.
In ons land komen relatief weinig dieren voor die geheel afhankelijk zijn van gesloten bos en ook maar weinig die niet zonder enorme oppervlakten volledig open gebied kunnen. De meeste soorten hebben afwisseling nodig. Hier en daar kaal zand, wat stukken begroeid met grassen en kruiden en op z’n tijd wat struiken en bomen. De meeste reptielen en amfibieën tref je ook in dergelijke landschappen aan, denk daarbij ondermeer aan de duinen, heidevelden en kleinschalige agrarische landschappen met heggen, houtwallen en hakhoutbosjes of grienden.
We merken vaak dat voorbijgangers even schrikken als ze dat kappen zien. Wees gerust. Er is heel wat meer bos in ons land dan halfopen gebied. Bovendien zijn de bossen die in heidevelden ontstaan bijzonder soortenarm. Het kappen van bomen kan dus echt winst opleveren voor de natuur!
Meer lezen over natuurbeheer voor amfibieën en reptielen kan op www.ravon.nl onder Onderzoek & Advies en vervolgens Soortbescherming.
Tekst: Jeroen van Delft (Stichting RAVON)