Is boomsgewijs uitkapbeheer de uitweg?
BosgroepenMultifunctionele bossen
Bossen vervullen verschillende functies. Ze vormen het leefgebied voor bijzondere planten en dieren. Bescherming hiervan is een belangrijke doelstelling voor bos- en natuureigenaren. Daarnaast dragen bossen bij aan de kwaliteit van onze leefomgeving, filteren ze ons water en de lucht die we inademen en zorgen ze voor erosiebestrijding en het vastleggen van CO2. Bovendien leveren bossen met hun hout één van de meest duurzame grondstoffen.
Tegelijkertijd is er sprake van een toenemende maatschappelijke onrust over het oogsten van hout. Hoewel mensen dagelijks houtproducten gebruiken zoals papier, meubels en houten vloeren, worden recreanten niet graag geconfronteerd met sporen van houtoogst in het bos. Ook leeft er een brede ongerustheid over de negatieve effecten van houtoogst op de biodiversiteit. Met name vlaktegewijze kap roept in dit kader veel weerstand op. Steeds vaker wordt daarom uitkapbeheer genoemd als alternatief voor dit vlaktegewijze beheer. Er is in Nederland echter nog weinig ervaring met uitkapbeheer.
Vlaktegewijs bosbeheer versus uitkapbeheer
In Nederland worden de bossen met een gemengde functie (waaronder vaak ook een houtproductiefunctie), nog vaak vlaktegewijs beheerd. Hierbij neemt men beheerbeslissingen op de schaal van de bosopstand. In het bos wordt gedund tot het overgrote deel van de bomen de gewenste omvang heeft bereikt. Vervolgens vel je vlaktegewijs, op een aaneengesloten oppervlak, delen van de opstand.
Wanneer er alleen sprake is van het vellen van delen van de bosopstand, waarbij de kapvlakte een doorsnede heeft tot circa tweemaal de omliggende boomhoogte, heet dit groepenkap of vlaktekap. Dit gebeurt in Nederland over het algemeen vrij kleinschalig; het gaat jaarlijks om gemiddeld 0,6 procent van het totale bosareaal. Met deze beheervorm kun je op efficiënte en eenvoudige wijze oogsten en tegelijkertijd op enige schaal verjonging van het bos realiseren.
Wanneer je de kap op de schaal van de volledige bosopstand uitvoert, heet dit kaalkap. Deze grootschalige vlaktekap of kaalkap vindt nauwelijks plaats in het Nederlandse bos.
Bezwaren tegen vlaktegewijs beheer richten zich met name op de effecten van de eindkap op de bosbodem en het lokaal verdwijnen van het leefgebied voor (climax)bossoorten en van het bosklimaat.
Uitkapbeheer
Bij uitkapbeheer neem je beheerbeslissingen op de schaal van de individuele boom. Hierbij maak je geen grote open plekken, maar verwijder je bomen selectief uit het bos en realiseer je verjonging van het bos onder het kronendak van het bestaande bos (foto). Het resultaat van dit beheer is een continu gesloten, ongelijkjarig bos, dat veel gelijkenissen vertoont met het ongestoorde bos, maar waarbinnen ruimte is voor de teelt van kwaliteitshout. Uitkapbeheer is daarmee potentieel een maatschappelijk gedragen vorm van bosbeheer die volop ruimte geeft aan (climax)bosgebonden biodiversiteit én waarmee boseigenaren op duurzame wijze hout kunnen blijven oogsten uit hun bos.
Onderzoek naar uitkapbeheer
Wat betreft de biodiversiteitseffecten en toepasbaarheid van uitkap in het Nederlandse bos is vooral nog veel onbekend. Er zijn verspreid over het land maar enkele goed ontwikkelde voorbeelden van uitkapbossen te vinden, en buitenlandse uitkapbossen liggen over het algemeen op rijkere gronden dan de meeste Nederlandse bossen. Ook is er weinig zicht op de biodiversiteitseffecten en financiële haalbaarheid van uitkapbeheer in het Nederlandse bos.
Het doel van het uitkaponderzoek is daarom inzicht te krijgen in de biodiversiteitseffecten, klimaatbestendigheid en financiële haalbaarheid van uitkapbeheer. Het resultaat zal zijn dat bosbeheerders een betere afweging kunnen maken over de potentie van uitkapbeheer als alternatieve of aanvullende beheersystematiek. Ook zal het onderzoek voor beleidsmakers inzichtelijk maken in welke mate uitkapbeheer kan bijdragen aan de doelstellingen uit bijvoorbeeld het Klimaatakkoord en de Bossenstrategie.
Voorbeeldbossen en Europese samenwerking
Centraal in het onderzoek staan voorbeeld-uitkapbossen. Hoewel er de afgelopen decennia weinig Nederlandse bossen zijn beheerd als uitkapbos, zijn er verspreid over het land wel degelijk voorbeelden te vinden. In deze bossen gaan we uitvoerige metingen uitvoeren aan de bosstructuur; onder andere naar natuurkwaliteit, variatie in soorten, strooiselkwaliteit, droogteresistentie en koolstofvastleggend vermogen.
De Nederlandse uitkapbossen hebben over het algemeen een relatief recente uitkaphistorie. In andere delen van Europa is echter een veel langere traditie met uitkapbeheer. De resultaten van het uitkapbeheer worden op verschillende plekken in Europa gevolgd in een netwerk van voorbeeldbossen (kaart). De meetmethode binnen het onderzoek zal aansluiten op de monitoringsmethodiek in deze Europese voorbeeldbossen. In aanvulling op onze eigen metingen zullen we bossen uit dit netwerk selecteren die qua bodem en klimaat vergelijkbaar zijn met de Nederlandse bossen. Hiermee moet een volledig beeld ontstaan van de potenties en rentabiliteit van uitkapsystemen in Nederland. Als aanvullend resultaat van het onderzoek zal de Nederlandse bossector betere toegang hebben tot de kennis uit het Europese voorbeeldbossennetwerk.
Kennis delen
Het uitkaponderzoek is pas geslaagd wanneer bosbeheerders in Nederland kennis kunnen nemen van de resultaten van het onderzoek, en bijvoorbeeld de voorbeeldbossen kunnen bezoeken. Daarom zullen we de resultaten ook zeker breder verspreiden en is het de bedoeling om ‘factsheets’ per voorbeeldbos uit te werken. Deze zullen vrij beschikbaar zijn, zodat de bossen ter inspiratie bezocht kunnen worden.
Het onderzoek naar boomsgewijs uitkapbeheer is mogelijk gemaakt door financiering vanuit het Nora Croin Michielsen Fonds van het SBNL Natuurfonds en het Ministerie van LNV.
Wageningen University and Research voert momenteel parallel onderzoek uit, waardoor we elkaar kunnen helpen en versterken.
Tekst en foto's: Wouter Delforterie, Bosgroepen
Kaart: Association Futaie Irrégulière (AFI)