Vurige verdediging
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op 24 april 2008
Vorig jaar op 23 april waren er al meer dan 600 kleine vuurvlinders gezien. Nu begint dit kleine, maar felle vlindertje pas. De vliegtijd is weer ‘zoals het hoort’.
De mannetjes van de kleine vuurvlinder, die enige dagen eerder verschijnen dan de vrouwtjes, bezetten een territorium. Dat is een plek, meestal een lekkere pol bloeiende planten, die ze verdedigen tegen andere mannetjes en waar ze hopen een vrouwtje in te lokken. Dat verdedigen gaat er soms heftig aan toe en een concurrent wordt soms zeer fanatiek weggejaagd. Kleine vuurvlinders moet u zoeken op mooie bloemrijke graslanden, duinen en bermen. Daar staan voldoende nectarplanten waaruit vlinders drinken en de planten waarop rupsen zijn gespecialiseerd zoals schapenzuring en veldzuring.
De afgelopen zonnige en warme dagen zijn de eerste kleine vuurvlinders doorgegeven op www.telmee.nl. Vorig jaar om deze tijd, toen we te maken hadden met extreem warme en zonnige aprilmaand, waren er al 633 gemeld. Je krijgt gauw de neiging te zeggen dat de kleine vuurvlinder laat is dit jaar, maar eigenlijk is eind april de normale tijd voor de vlinder om te gaan vliegen. In de jaren tussen 2000 en 2006 zijn er nooit meer dan tien kleine vuurvlinders gezien in de eerste drie weken van april. De kleine vuurvlinder is, zoals de naam al aangeeft, een kleine vlinder. Hij is duidelijk kleiner dan de algemene koolwitjes. Vliegend is hij niet makkelijk te herkennen. Zodra hij gaat zitten gaan de vleugels open en zie je de warm oranje bovenvleugel, met zwarte stippen erop.
In de komende drie tot vier weken zal de soort optimaal moeten gaan vliegen, hoewel de meest talrijke generatie vaak pas in augustus en september is.
Tekst en foto: Kars Veling, De Vlinderstichting