Belgische pijlenrecords verpulverd
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie op [publicatiedatum]
September, krachtig tot stormachtig, zuidwest, west tot noordwest. Voor zeetrektellers zijn dit de ideale condities om telposten te bemannen, op zoek naar zeldzame zeevogels. Bij deze windomstandigheden worden heel wat zeevogels immers tegen de Belgische kust geblazen en kunnen ze vanaf het vasteland worden gespot. De voorbije weken blies de wind herhaaldelijk uit het juiste gat met de juiste kracht en werden twee Belgische records van pijlstormvogels verpulverd.
Op 7 september ging het eerste record eraan. Toen werden langsheen de kustlijn van De Panne 14 Vale Pijlstormvogels (Puffinus mauretanicus) geteld. Dit is een behoorlijk aantal: tot 2010 werd deze soort in ons land immers nog maar 39 keer waargenomen. Het nieuwe record is ook in een ander opzicht opzienbarend. De Vale Pijlstormvogel is immers één van de 192 vogelsoorten waarvan wordt vermoed dat ze mogelijk tegen 2020 zal zijn uitgestorven. Deze soort broedt op de kliffen van enkele Balearische eilanden in Spanje. De totale wereldpopulatie wordt geschat op 6.000 tot 10.000 volwassen exemplaren maar de soort zit in vrije val: jaarlijks verdwijnt ca. 7%. Op zee verdrinken veel pijlstormvogels in vissersnetten en op land vallen de broedende vogels ten prooi aan ratten en andere grondpredatoren. Op één dag in ons land 14 exemplaren zien van een soort die wereldwijd met uitsterven bedreigd is, is voor vogelaars dan ook wat het winnen van de jackpot van euromillions voor een doorsnee burger is.
Een week later, op 14 september, moest een ander Belgisch record eraan geloven. Toen werden (opnieuw in De Panne) maar liefst 609 Noordse Pijlstormvogels (Puffinus puffinus) geteld. Het vorige record (505 ex.) stond eveneens op naam van De Panne en werd gevestigd op 15 september 2004. Deze soort is nauw verwant aan de Vale Pijl maar is een pak minder zeldzaam. Noordse Pijlen broeden vooral in het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan met het zwaartepunt op de rotskusten van Groot-Brittannië. In het Belgische en Nederlandse deel van de Noordzee komen Noordse Pijlstormvogels in juni tot oktober verspreid voor maar nooit in grote aantallen. Records zoals die van 14 september worden vooral gevestigd na lange periodes van aanhoudende west- tot noordwestenwind waarbij veel vogels het Kanaal worden ingeblazen tot tegen de kustlijn. Het is dan dat ze vanaf trektelposten op het vasteland kunnen worden waargenomen.
Om het pijlengeluk compleet te maken, werden de voorbije weken ook enkele Grauwe Pijlstormvogels (Puffinus griseus) gemeld in het Belgische deel van de Noordzee. Net als alle andere pijlstormvogels, is de Grauwe Pijl een uitgesproken pelagische vogel die het gros van zijn tijd doorbrengt op de oceaan. Het zijn echte wereldreiziger: de Grauwe Pijlen die bij ons opduiken zijn vermoedelijk afkomstig van de Falklandeilanden waar ze broeden in gigantische kolonies. Na de broedtijd trekken deze vogels over de evenaar naar de Grand Banks bij Newfoundland en naar West-Europa. Slechts een klein deel dringt elk najaar ook door tot in het Noordzeegebied.
Of er de komende weken nog pijlen zullen worden afgeschoten, hangt vooral af van de weersomstandigheden. Vrij krachtige tot stormachtige wind met een westcomponent liggen doorgaans aan de basis van goede seawatchdagen. Langsheen de Belgische kust worden zeevogels vooral geteld in De Panne, Oostende en Zeebrugge. De resultaten kunnen worden opgevolgd op www.trektellen.nl.
Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie