Voorjaar voor winterjuffers
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Tijdens zonnige dagen kunnen de winterjuffers alweer vliegend worden waargenomen. Je moet ze nu zoeken op beschutte plekken. Plekken waar ze de winter hebben doorgebracht en door de warmte van de zon kunnen ‘ontwaken’.
De laatste jaren zijn de winters gemiddeld genomen zacht en wordt het in het voorjaar steeds eerder warm. Hierdoor worden de winterjuffers, die als libel overwinteren, in de meeste jaren in maart weer actief. Ook dit jaar lijkt het voorjaar alweer voor de deur te staan, waardoor het nu warm genoeg is om vliegende winterjuffers waar te kunnen nemen. Belangrijk is dat de zon schijnt, want de temperatuur is nu nog te laag om te kunnen vliegen. Als de zon schijnt wordt de warmte opgevangen door de vleugels en doorgegeven aan de spieren in het lijfje. Hierdoor kunnen de juffers hun spieren laten trillen, waardoor warmte vrijkomt om het lijfje extra op te warmen en daarmee te kunnen vliegen. Bij gunstige omstandigheden kun je de winterjuffers waarnemen op plekken waar ze zich in de winter hebben opgehouden. Deze plekken liggen beschut in heidevelden en halfopen bossen. Daar zullen ze rusten of jagen op kleine insecten als muggen die ook door de warmte van de zon weer rondvliegen.
Rustend vind je de winterjuffers op lichte oppervlakken die snel opwarmen, zoals boomstammetjes of dorre plantenstengels, waar ze in de lengterichting op zitten. Op deze manier kun je ze niet makkelijk waarnemen, maar wanneer je door de vegetatie loopt zul je al vrij snel een ‘vliegend strootje’ zien. Als de winterjuffers op voldoende kracht zijn gekomen, vliegen ze eind maart, begin april naar de wateren waar ze zich voortplanten. Er zijn twee soorten winterjuffers in Nederland; de bruine winterjuffer en de zeldzame noordse winterjuffer. Beide winterjuffers zijn lichtbruin en hebben een donkere bronskleurige tekening boven op het achterhoofd, borststuk en achterlijf. De winterjuffers lijken veel op elkaar maar verschillen van elkaar door de aan- of afwezigheid van een uitstulping aan de donkere strepen op het borststuk. Waar de noordse winterjuffer een uitstulping heeft, heeft de bruine winterjuffer dit niet.
Tekst en foto’s: Kim Huskens, De Vlinderstichting