Hittegolf en toch winterjuffer in je tuin!
De VlinderstichtingBijna alle libellen overwinteren als larve of als ei, maar er zijn twee soorten, de bruine en de noordse winterjuffer, die als libel deze koude periode doorkomen. De noordse winterjuffer is een zeldzaamheid, de bruine winterjuffer komt veel meer voor en heeft zich de afgelopen tientallen jaren uitgebreid. Ze komen in de loop van juli en augustus tevoorschijn uit hun voortplantingswater en gaan dan zwerven. Daarbij leggen ze soms twintig kilometer af of nog meer en kunnen ze eigenlijk overal wel worden gezien. Zo krijgen we nu bij De Vlinderstichting regelmatig meldingen binnen van mensen die bruine winterjuffers in hun tuin aantreffen. Het kan zijn dat ze daar even pauzeren om te rusten of om op insecten te jagen alvorens door te vliegen naar de overwinteringsplaats, maar als een tuin ook ruigere delen heeft die in de winter blijven staan, dan kunnen ze daar beschut de winter doorkomen. Ze vertrouwen daarbij volledig op hun schutkleur om niet door vogels of muizen te worden opgegeten.
De noordse winterjuffer is een zeldzame libel in Nederland. Het voortplantingshabitat bestaat uit petgaten en sloten in laagveenmoerassen, meestal met lisdodde en riet. Daarnaast ook plassen met een brede rietkraag of andere laagveenachtige vegetatie. De noordse winterjuffer plant zich voort in de Weeribben, de Wieden en het Kuinderbos en sporadisch in Friesland. Buiten de voortplantingstijd worden noordse winterjuffers op veel andere plaatsen gezien. Voor de overwintering zoeken ze beschutte plaatsen in heidevelden, velden van pijpenstrootje en halfopen (moeras)bossen met ondergroei van grassen. Daar kunnen ze soms met vele tientallen bij elkaar worden gezien. Als het kouder wordt kruipen ze weg in de gras- en heidepollen en zijn ze veel moeilijker te zien.
Mocht u een winterjuffer in uw tuin zien, geef dit dan door via Telmee of Waarneming.nl. We zijn namelijk benieuwd of de bruine winterjuffer nog steeds toeneemt en of mogelijk ook de noordse winterjuffer in tuinen wordt gezien. Een bewijsfoto toevoegen is dan wel nodig, want dat is en blijft een zeldzaamheid.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting