Undercover in het bos
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Hoewel de lente in aantocht is, blijft een paddenstoelwandeling in dit seizoen voor de gemiddelde natuurliefhebber een saaie bedoening. Op de occasionele tonderzwam na, valt er op het eerste zicht niet veel te beleven. Behalve voor wie zijn loep mee heeft en niet vies is van afgevallen takken om te draaien. Op dood hout zijn zowat het hele jaar, undercover, juweeltjes van zwammen te vinden. Daar hoort de steeds meer gemelde Blauwe korstzwam zeker bij.
Korstzwammen spreken niet meteen tot de verbeelding. Ze danken hun naam aan korstvormige vruchtlichamen waarin geen echte gaatjes te zien zijn. Dat er van deze groep zo’n 415 soorten in Vlaanderen voorkomen, maakt korstzwammen er niet populairder op. Vooral het feit dat je het merendeel van die soorten in het veld geen naam kan geven, doet veel natuurliefhebbers afhaken. Vaak lijken ze met hun witte tot grijze plakkaatvormige vruchtlichamen zo sterk op elkaar dat een microscoop aan te pas moet komen om na te gaan of je met het Barstend harskorstje (Hyphoderma setigerum) dan wel het Winterelfendoekje (Hypochnicium vellereum) te maken hebt. Onder de microscoop blijken ze dan wel vaak zo’n opvallende kenmerken te hebben dat het onderscheid dan weer makkelijker lijkt dan je op het eerste zicht zou denken.
Gelukkig is er een mooie serie korstzwammen die van bovenstaand plaatje afwijkt. Korstzwammen brengen onverwacht kleur in een regenachtige boswandeling: denk maar aan de Oranje aderzwam (Phlebia radiata) of de Paarse korstzwam (Chondrostereum purpureum). Takken of stammen omdraaien is de boodschap, als je verschillende soorten korstzwammen wil zien. Aan de onderzijde van dood hout vinden ze zowat het hele jaar door een vochtige omgeving met gunstige groei-omstandigheden. De Blauwe korstzwam (Terana coerulea) durft daarop wel eens een uitzondering vormen. In het winterhalfjaar laat hij zich soms opmerken op open standplaatsen, zoals staand dood hout van hazelaar of zelfs weipalen uit kastanjehout. Een argeloze wandelaar zal de felblauwe kleur wellicht als verf aanzien.
Van de meeste korstzwammen die in het veld niet of moeilijk herkenbaar zijn, mogen we gerust stellen dat hun verspreiding in Vlaanderen nog niet zo goed bekend is omdat ze vaak over het hoofd worden gezien. Dat gaat uiteraard niet op voor de Blauwe korstzwam. Elke mycoloog herkent dit saffier in prachtig koningsblauw. Desondanks wordt de soort maar zeer zelden gemeld. De pas verschenen atlas van Vlaams-Brabant en het Brussels Gewest somt amper vier vindplaatsen op. Recent zien we echter een duidelijke trend: de Blauwe korstzwam duikt steeds vaker op. De voorbije week werd ze zelfs op twee nieuwe locaties waargenomen: in Westerlo en in Sint-Agatha-Rode. In 2011 werd de Blauwe korstzwam op vier nieuwe vindplaatsen, verspreid over drie provincies, aangetroffen. In Nederland werd de soort in de periode 1990-2007 in 13 kilometerhokken aangetroffen. Ook daar staat ze dus bekend als een bijzonder schaarse zwam.
Je kan de Blauwe korstzwam vinden op diverse soorten dood loofhout. Meestal groeit dit kleinood op relatief dikke takken. Die kunnen van Populier, Es, Kastanje, Hazelaar, Lijsterbes, Kardinaalsmuts of nog andere loofbomen afkomstig zijn. De Blauwe korstzwam lijkt bovendien geregeld op te duiken in vrij kleine ‘rommelbosjes’; in grotere boscomplexen (zoals Meerdaal- of Zoniënwoud in Vlaams-Brabant) werd de soort nog niet gevonden. Waarom ze dus zo zeldzaam is, is vooralsnog onduidelijk. Meldingen van de Blauwe korstzwam zijn welkom op www.waarnemingen.be.
Tekst: Roosmarijn Steeman & Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie
Foto's: Ralph Van Diest en Jef Verkens