Nieuwe soort slijmzwam gevonden in de omgeving van Enschede
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op [publicatiedatum]
In de omgeving van Enschede is een nieuwe soort slijmzwam voor Nederland gevonden. De soort behoort tot het geslacht Lantaarntje en is slechts twee en een halve millimeter hoog.
In Nederland komen zo'n 300 soorten slijmzwammen voor. Af en toe wordt aan dat aantal een soort toegevoegd. De laatste nieuwe aanwinst is Cribraria splendens, begin juni gevonden aan de onderzijde van een verrotte naaldboom in de omgeving van Enschede. Deze soort, slechts twee en een halve millimeter hoog, heeft geen kommetje zoals de meeste soortgenoten maar aan het uiteinde van het steeltje stralen een aantal ribben omhoog die overgaan in een oppervlaktenet (foto 1 en 2). Het is een soort uit het geslacht met de mooie Nederlandse naam “Lantaarntje”. Ons land is de laatste jaren maar liefst drie Lantaarntjes rijker geworden; ook het Oranjerood lantaarntje en het Zwartnetlantaarntje werden onlangs ontdekt. Lees meer in het artikel in de Gelderlander hierover.
Wereldwijd komen ruim duizend soorten slijmzwammen voor. Regelmatig worden er nieuwe soorten ontdekt vooral in de Aziatische landen, Mexico en Zuid-Amerika. Ook in Nederland werd een paar jaar geleden een heel bijzondere slijmzwam ontdekt. Hij ontwikkelde zich in een kweekbak van een Nederlandse specialist. De soort telt niet voor Nederland, maar is wel nieuw voor de wetenschap. Dit zeer wonderlijke kleinood, slechts een halve millimeter hoog, kreeg de naam Cribraria tecta vanwege zijn unieke vorm met een kapje zoals een parachute (foto 3). Hij werd gekweekt op bladeren en takjes verzameld door een kennis tijdens een vakantie in Vietnam.
In ons land houdt zich slechts een handvol liefhebbers bezig met het bestuderen van slijmzwammen. Microscoop en literatuur zijn hierbij onontbeerlijk. De studie is bepaald geen straf. Het beetje bij beetje, steeds wat meer herkennen van de grote verscheidenheid aan structuren en het leren doorgronden van de materie is een bijzonder boeiende bezigheid. Wat kan er namelijk wonderlijker zijn dan een kloddertje slijm dat zich etend verplaatst, ondertussen uitdijt en op een gegeven moment verandert in een bewegingloze sporendrager (als één geheel of als veel kleintjes bij elkaar)? Oplettendheid is geboden bij deze wondertjes uit de natuur, maar als dan blijkt dat het iets nieuws is geeft dat veel voldoening en ook een bijdrage voor de wetenschap.
Tekst: Marian Jagers, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Marian Jagers, Hans van Hooff, Nederlandse Mycologische Vereniging