Op naar de Richel: zeehonden, stormen en een vliegende weegschaal
Wageningen Marine ResearchHet is half zes ’s ochtends. We staan op Texel naast een overvolle auto, propvol met metalen kisten met camera’s, statieven, laptops en genoeg eten om een weeshuis te voeden. Het roept meteen dat typische gevoel op van 'We gaan op vakantie en we nemen mee…'. Maar vakantie is niet waarvoor we hier zijn. We maken ons klaar voor het veldwerk.
Dit is alweer het veertiende jaar dat we afreizen naar Griend, een onbewoond eiland midden in de Waddenzee. Op Griend staat een huisje van Natuurmonumenten waar we met vier personen mogen verblijven. Toch zijn we daar niet alleen, want juist in november en december worden hier de pups van grijze zeehonden geboren.
Onze reis begint op Texel en de eerste bestemming is Harlingen. Met ons team van vier – Jessica, Clea, Sophie en Geert – gaan we naar Griend. Deze expeditie heeft nog een extra doel, want we bezoeken ook de Richel. Dit is geen echt eiland, maar een zandplaat met één enkel duin, waar jaarlijks de grootste aantallen grijze zeehondenpups ter wereld worden geboren.
In Harlingen worden we hartelijk ontvangen door de bemanning van de Asterias – het schip van de Waddenunit van het ministerie van LVVN – Theo, Eelke-Sybren, Hans en Jan. Hier sluiten ook de andere teamleden aan die ons een dag vergezellen naar de Richel: Bart, Eelke, Alwin, Arthur en Jan.
Eerst langs Griend
Onze tocht begint bij Griend, waar vijf mensen worden afgezet. Eelke-Sybren en Hans van de Waddenunit gaan aan de slag met het bemonsteren van een mosselbank. Jan inspecteert ondertussen de vogels op het eiland. Door de storm en het extreem hoge water van vorig weekend kon de maandelijkse vogeltelling niet doorgaan, dus er is werk in te halen. Clea en Sophie beginnen alvast met het registreren van de zeehonden.
De rest van het team vaart door naar de Richel.
De Richel: kraamkamer van de Waddenzee
De Richel is dé geboorteplaats van de grijze zeehonden in de Waddenzee. Maar liefst 41 procent van alle geboortes in de gehele internationale Waddenzee vindt hier plaats. Twee weken geleden waren we hier ook al, en toen telden we bijna tweeduizend grijze zeehonden: moeders, pups en nieuwsgierige mannetjes – het is immers paartijd. Dit alles op een duin van slechts achthonderd meter lang.
Het blijft spectaculair om te zien dat zoveel grote roofdieren samenkomen, zeker in een dichtbevolkt land als Nederland. Dat de moederzeehonden juist hier aan land komen om hun jongen te werpen, is geen toeval. De Richel biedt hen een plek van rust waar ze hun pups veilig kunnen baren en zogen.
Nog niet zo lang geleden was de Richel slechts een vlakke zandbank, maar in de loop der jaren heeft de natuur een duin gevormd. Dit duin groeit elk jaar verder, vooral aan de noordzijde, waar de duinreep steeds hoger wordt.
Zeehonden in de storm
Grijze zeehonden kiezen hun geboorteplekken zorgvuldig. Meestal zijn deze locaties hoog genoeg om zelfs springvloed te doorstaan. Maar wanneer een storm het water nog verder opstuwt, kan het misgaan. Dit jaar gebeurde dat op 6 december, de dag na sinterklaas. Het was al springtij, en een stevige storm zorgde ervoor dat de waterstand ruim boven de twee meter NAP uitkwam.
Dit soort extreme omstandigheden komt soms voor en dan worden veel zeehonden van de zandplaten gespoeld. Ook deze keer spoelden in het hele Waddengebied pups aan, soms met en soms zonder hun moeder. Het is een aangrijpend beeld: een moederzeehond die haar pup door de storm begeleidt, vechtend tegen hoge golven, op zoek naar het dichtstbijzijnde stukje land. Hoewel het zwaar is voor moeder en pup, ontstaat op deze manier vaak nieuwe kolonievorming.
De kolonie op Griend is waarschijnlijk op deze manier ontstaan, met dieren die tijdens een storm van de Richel zijn gespoeld en iets verderop weer land vonden. Ook deze keer zagen we duidelijk het effect van de storm. Twee weken geleden lagen er nog veel moeders en pups op de vlakke wadplaat van de Richel. Maar nu, een paar dagen na de storm, hadden de meeste hun toevlucht gezocht op de hoger gelegen duinreep.
Zeehonden en drones: gewicht meten vanuit de lucht
Op de Richel zien we zeehonden in alle vormen en maten. Van pasgeboren pups van enkele kilo's tot mannetjes die wel driehonderd kilo kunnen wegen. Bij zeehonden, en vooral bij de vrouwtjes, draait alles om het hebben van een flinke vetvoorraad. Ze zijn zogenaamde ‘capital breeders’: ze moeten het hele jaar door vet opslaan, zodat ze na de zwangerschap hun jongen kunnen grootbrengen. Zonder tussendoor te eten, wordt in minder dan drie weken tijd hun jong volledig gevoed met melk. Het gewicht van de pup kan in die tijd stijgen van tien tot wel dertig kilo. De moeder verliest in deze periode enorm veel gewicht – soms wel 30 procent van haar lichaamsgewicht. Dat is pas afvallen!
Hoe dit proces van aankomen en afvallen precies werkt, wilden we dit jaar nauwkeuriger meten. Maar hoe weeg je een zeehond zonder deze aan te raken? Dat is gevaarlijk en verstorend voor het dier. Naast de ethische bezwaren zijn er ook praktische problemen, want hoe zet je een zeehond van honderden kilo’s op een weegschaal?
Onze oplossing is het gebruik van drones. Door foto's vanuit verschillende hoeken te maken, kunnen we een 3D-reconstructie van het landschap creëren, waarin de zeehonden als bultjes in het terrein zichtbaar zijn. Omdat we weten hoe hoog, lang en breed deze ‘bultjes’ (zeehonden) zijn, kunnen we hun volume berekenen en daarmee hun gewicht schatten. Hoewel het blijft bij een schatting – en deze misschien minder nauwkeurig is dan het wegen – krijgen we na tweeënhalf uur vliegen met de drone, naast koude vingers, toch een goed overzicht van bijna tweeduizend zeehonden. Zo kunnen we bijvoorbeeld zien of zwaardere moeders in staat zijn om zwaardere pups te produceren.
Meer informatie
- Dit is de eerste van in totaal vier blogs over het jaarlijks tellen van zeehonden op Griend en de Richel. De komende weken verschijnen ook de andere drie blogs op Nature Today.
- Meer informatie over zeehonden vind je in het WUR Dossier Zeezoogdieren.
Tekst: Sophie Brasseur, Geert Aarts, Jessica Schop en Cecile Leuverink, Wageningen Marine Research; Clea van de Ven, Natuurmonumenten
Foto's: Wageningen Marine Research (leadfoto: Een moeder grijze zeehond met haar jonge pup); Janneke Ransijn; Eelke Folmer