Gewascombinaties testen in de moestuin: tweede ronde MoestuinMix van start
Wageningen Plant ResearchBinnen CropMix, het grotere onderzoeksprogramma waar MoestuinMix deel van uitmaakt, doen wetenschappers onderzoek naar alternatieve teeltsystemen waarin de gewasdiversiteit wordt verhoogd, bijvoorbeeld door middel van strokenteelt. Het idee achter gewasdiversiteit is om ecologie terug te brengen op de akker, waardoor chemische middelen vervangen kunnen worden door natuurlijke processen. Onderzoek laat zien dat gewasdiverse teeltsystemen niet alleen de algemene biodiversiteit verhogen, maar ook de functionele biodiversiteit. Er vindt meer natuurlijke bestrijding van plagen plaats en het zorgt ook dat ziektes beter onderdrukt worden. Een besmetting verspreidt zich nu eenmaal sneller door een veld met een gewas, dan door een veld waarin ook andere, ongevoelige gewassen staan.
Combinaties van gewassen
Veel boeren die openstaan voor meer gewasdiverse teeltsystemen, zoals strokenteelt, vragen zich af wat de beste gewascombinaties zijn. In moestuinen is strokenteelt al sinds jaar en dag de standaard. “Moestuinders hebben dan ook veel kennis over welke gewassen elkaar versterken of juist tegenwerken,” legt WUR-promovenda Isabelle Jacobs uit. “Die ervaring is ontzettend waardevol voor wetenschappers die onderzoek doen naar strokenteelt in de landbouw. Samen kunnen we ontdekken welke gewascombinaties ook in de akkerbouw effectief zijn.”
In MoestuinMix testen de deelnemers hoe verschillende gewascombinaties elkaar beïnvloeden. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de oogst, maar ook naar het effect van de verschillende combinaties op het verminderen van plagen en het aantrekken van nuttige insecten, zoals bestuivers en natuurlijke vijanden. Omdat de hoeveelheid mogelijke gewascombinaties enorm is, sturen de onderzoekers bij. Jacobs: “We kijken steeds naar combinaties met de tuinboon. Het is een interessant gewas omdat het stikstof uit de lucht bindt en daarmee de bodem verrijkt. Daarnaast is het een aantrekkelijke plant voor bestuivers.” Afgelopen jaar kregen deelnemers de opdracht om de tuinboon in hun moestuin te combineren met pompoen, en met een ander gewas naar keuze. Ook die vrije keuze levert interessante inzichten op. “Ervaren moestuinders delen al jaren lijsten met gewassen die elkaar lijken te versterken, en wij kunnen die kennis nu verder onderzoeken,” aldus Jacobs.
Over CropmixDe landbouw staat voor grote uitdagingen, zoals verlies van biodiversiteit en verslechtering van bodem- en waterkwaliteit. Gewasdiversiteit, waarbij gewassen naast of door elkaar worden verbouwd, kan helpen: het maakt gewassen sterker, verbetert de bodem en trekt natuurlijke vijanden van plagen aan. Toch is er nog weinig ervaring mee in de akkerbouw, waar monocultuur de gangbare vorm is. CropMix is een vijfjarig onderzoeksproject dat gewasdiversiteit onderzoekt. Het brengt akkerbouwers, onderzoekers, maatschappelijke organisaties en andere partners samen om de voordelen van gewasdiversiteit te onderzoeken. AVVN is een van deze partners. |
Voor het testen van deze gewascombinaties voeren de deelnemers verschillende metingen uit aan de tuinbonen. Naast het doorgeven van informatie over de groei en de opbrengst van de tuinboonplanten, kunnen deelnemers ook meedoen aan het tellen van bladluizen, natuurlijke vijanden en bestuivers. Hiervoor observeren zij de tuinbonen meerdere keren. Ze maken een schatting van de ernst van de luizenplaag en bekijken hoeveel en welke natuurlijke vijanden er op de luizen afkwamen. Daarnaast tellen de deelnemers het aantal bestuivers en de soorten bestuivers die op de bloeiende tuinboonplanten afkomen. Hiervoor kregen de deelnemers foto’s bij hun instructies met de meest voorkomende soorten, zoals hommels, verschillende soorten bijen en vlinders.
Een succesvolle eerste ronde
De eerste ronde van MoestuinMix was een groot succes, met bijna 800 aanmeldingen. “Dat hadden we nooit durven hopen,” vertelt coördinator Yvonne Florissen. Toch was het door de enorme regenval niet altijd eenvoudig. “De nattigheid zorgde bijna overal in Nederland voor een slakkenplaag, wat het moestuinieren behoorlijk lastig maakte. Ondanks die uitdagingen ontvingen we resultaten van 450 deelnemers”, vult Jacobs aan. Van die deelnemers konden 270 daadwerkelijk oogsten. Daarnaast gaven 120 fanatieke deelnemers ook gegevens door over bladluizen, natuurlijke vijanden of bestuivers.
Het uitpluizen van de resultaten is nog in volle gang. Uit een eerste analyse blijkt dat rode biet het populairste keuzegewas was, gevolgd door aardappelen en sla. Deze gewassen profiteren volgens deelnemers optimaal van de stikstof die door de tuinboon in de bodem wordt vastgelegd. Waarom sommige combinaties beter werken dan andere, moeten de onderzoekers nog verder uitzoeken. Hiervoor kijken ze naar de gegevens over bestuivers, plagen en natuurlijke vijanden, maar ook kenmerken van de tuin zoals grondsoort en in wat voor soort omgeving de tuin ligt zijn van groot belang.
Samenwerking met AVVN
Om voldoende deelnemers te bereiken, was de samenwerking met AVVN – de koepel van volkstuinverenigingen in Nederland – onmisbaar. “Er zijn ongeveer 220 lokale volkstuinverenigingen bij ons aangesloten, met in totaal 32.000 tuinders,” vertelt Ans Hobbelink, vrijwillig bestuurder bij AVVN. “Via ons kwartaalblad De Tuinliefhebber bereikten we een groot deel van hen. Dit project sluit perfect aan bij onze missie, samen natuurlijk tuinieren. We hebben veel ervaren moestuiniers onder onze leden, met kennis van goede gewascombinaties.”
Doe mee aan ronde twee!
De tweede ronde van MoestuinMix gaat binnenkort van start. Ook dit jaar staat de tuinboon centraal, in combinatie met rode biet en een gewas naar eigen keuze. “We hebben geleerd van de eerste ronde en maken het protocol dit jaar eenvoudiger,” zegt Florissen. “Zo willen we deelnemers meer vrijheid geven bij bijvoorbeeld plantafstanden, zodat het experiment nog beter aansluit op hun manier van tuinieren.” De onderzoekers hopen dat zoveel mogelijk deelnemers van vorig jaar opnieuw zullen meedoen. Maar ook nieuwe deelnemers zijn uiteraard van harte welkom. “Iedereen met een moestuin of een hoekje in de tuin kan meedoen,” aldus Florissen. En potten op het balkon? “Die vraag kregen we vorig jaar ook, maar helaas… Dat werkt niet, omdat we het effect van de interactie in de bodem willen weten.”
Meer informatie
- Lijkt het je leuk om mee te doen? Meld je aan voor de tweede ronde. Dit kan tot en met 19 januari. Je ontvangt dan de zaden, krijgt praktische informatie en de onderzoekers houden je via een maandelijkse nieuwsbrief op de hoogte van het onderzoek.
Tekst: Tanja Speek, Yvonne Florissen en Isabelle Jacobs, Wageningen Plant Research
Foto's: Isabelle Jacobs; Anna van Stuivenberg; Claire Taylor