Natuurjournaal 2 december 2024
Nature TodayStruikhei bloeit tot ver in de herfst, en is inmiddels uitgebloeid. Aan de plant zitten nu kleine, bruine zaaddoosjes. De rijpe zaden komen daarin terecht, het werkt als een soort strooivaatje. In de herfst en winter worden de zaden door de wind uit de doosjes geschud. Ze kunnen hun kiemkracht lang behouden, tenminste vijf jaar en vaak nog langer. De eerste jaren na kieming ontwikkelt struikheide een min of meer rechtopstaande stengel met kruisgewijs tegenoverstaande zijtakken. Oudere struiken vormen een stammetje met forse zijtakken. Ze lijken dan in de verte op halve bollen. Van oudsher werden oudere planten dan ook gebruikt om bezems van te maken. Na ongeveer vijftien jaar heeft struikhei zijn beste tijd gehad, krijgt hij een rommelig uiterlijk en heeft hij voornamelijk in de toppen nog groene delen.
In het najaar is de mispel goed te herkennen aan de vrijstaande vruchten. Ze lijken een beetje op appeltjes en hebben altijd een 'kroon'. Dat zijn de vijf kelkbladen die boven op de bruinige vrucht blijven staan. De mispel is pas eetbaar als ze beurs is, dat wil zeggen als er een vergistingsproces tot stand is gekomen in de vrucht. Dat proces komt laat in de herfst of in de winter op gang. Als ze echt rot is, zoals in het bekende gezegde, is ook de mispel niet meer eetbaar. De mispel komt van oorsprong voor rond de Zwarte en Kaspische zee en is hier verwilderd. Als je doornen aan de takken ziet zitten, weet je heel zeker dat je te maken hebt met een wild exemplaar. Er worden ook veel mispels gekweekt, maar die hebben meestal geen doornen.
Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Tom Heijen, Saxifraga; Rutger Barendse, Saxifraga