Overblijvende hardbloem - primair

Week van de overblijvende hardbloem

FLORON, SoortenNL
9-SEP-2024 - Zolang je geen doorgewinterd florist bent, is de kans groot dat je nog nooit van de overblijvende hardbloem hebt gehoord. De kans dat je hem ooit hebt gezien, is ook gering, want hij is erg klein met weinig opvallende bloemetjes. Bovendien is hij tegenwoordig zeer zeldzaam. Toch gaat er achter dit onbekende plantje een erg interessant verhaal schuil. Het is de week van de overblijvende hardbloem!

Overblijvende hardbloem (Scleranthus perennis) is een meerjarige plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae) die tussen de vijf en twintig centimeter hoog wordt. De plant vormt korte, ietwat verhoute stengels die liggend tot opgaand zijn, met daaraan lijnvormige ietwat verdikte bladeren. Aan het einde van de stengels staan kluwens met kleine bloemen. Het interessante aan deze bloemen is dat de kroonbladen, vaak het kleurrijkste deel van een bloem en ook een van de grote aantrekkingskrachten voor bestuivers, hier compleet ontbreken. De functie van de kroonbladen is grotendeels overgenomen door de vijf groene, benige kelkbladen die een brede witte rand dragen en daardoor nu dienen als aantrekkingsmechanisme. Deze kelkslippen zijn onderaan vergroeid en blijven ook om het nootje zitten als deze rijp is en afvalt. Aan deze vergroeide harde kelk dankt het geslacht de naam hardbloem. Hij heet verder 'overblijvend' omdat de andere twee Nederlandse soorten in het geslacht eenjarig zijn. Het grappige is dat de wetenschappelijke naam van het geslacht ook op deze twee eigenschappen gebaseerd is: Scleranthus komt van het Griekse skleros (hard) en anthos (bloem), vanwege de leerachtige kelkslippen en de harde vrucht die in de kelk blijft zitten. Perennis betekent 'overblijvend of bestendig'.

Overblijvende hardbloem, overzicht van typische habitat en close-up

Huidige en voormalige vindplaatsen van overblijvende hardbloem

Habitat en verspreiding

Overblijvende hardbloem groeit op kalkarme zandgrond in open droge graslanden en langs zandpaden. Hij is vanwege zijn groeiwijze en meerjarigheid ook redelijk goed bestand tegen een zekere mate van betreding en begrazing, vooral wanneer betredeing de vegetatie laag en open genoeg houdt zodat de plant niet overgroeid wordt. Overblijvende hardbloem was vroeger kenmerkend voor het kleinschalige cultuurlandschap en het overgangsgebied van de zandgronden naar de grote rivieren, maar met het (volledige) verdwijnen/ontginnen ervan is de plant zelf ook erg zeldzaam geworden. De soort is bovendien zeer sterk achteruitgegaan door bemesting, te wijten aan atmosferische depositie in de natuur. Deze bemesting zorgt ervoor dat de lage, open vegetaties compleet overgroeid raken met grassen en hoog opgaande kruiden die dit laag groeiende plantje verdringen. Overblijvende hardbloem staat daarom niet voor niets op de Rode Lijst als Ernstig Bedreigd en zeer sterk afgenomen.

Kleine hardbloem (Scleranthus annuus subsp. polycarpos) met duidelijk spitsere kelkbladen met een dunne witte rand

Herkenning en zustersoort

Overblijvende hardbloem heeft in Nederland één zustersoort die twee ondersoorten telt, namelijk kleine hardbloem (Scleranthus annuus subsp. polycarpos) en eenjarige hardbloem (Scleranthus annuus subsp. annuus). Deze beide hardbloemen zijn eenjarig en niet verhout en dus op die manier goed te herkennen ten opzichte van overblijvende hardbloem. Deze eenjarige levenswijze stelt ze ook een stuk beter in staat verstoring te verdragen en als cultuurvolger op te treden, waardoor ze tegenwoordig nog een stuk algemener zijn. Verder is vooral de vorm en kleur van de kelkbladen van belang bij het komen tot een correcte identificatie. Zo heeft overblijvende hardbloem stompe kelkbladeren met een hele brede witte rand. Kleine en eenjarige hardbloem hebben spitse kelkbladen met een smalle witte rand. Kleine hardbloem heeft vervolgens kleinere bloemen (2 tot 3,2 millimeter) vergeleken met eenjarige hardbloem, met kelkbladeren die aan de top naar binnen buigen en korter tot even lang als de vergroeide kelkbuis zijn. Eenjarige hardbloem heeft daarentegen grotere bloemen (3 tot 4 millimeter) met kelkbladen die niet naar binnen buigen en minstens zo lang als de kelkbuis zijn.

Hardbloemakkers

De gehele levenscyclus van de Poolse grein op overblijvende hardbloem door Johann Philip Breyn (1731) getiteld Historia naturalis Cocci Radicum Tincttorii quod Polonicum vulgo audit. Uit: The Academy of Natural Sciences Library, Philadelphia, United States, via Paul Mushak, 1988Overblijvende hardbloem is de voornaamste waardplant voor een rode schildluis, de Poolse grein (Porphyrophora polonica), die op de wortels van zijn waardplant leeft. Deze schildluis was in de Middeleeuwen in Europa een van de voornaamste bronnen voor de kleurstof karmijn waarmee kleding rood geverfd werd. Deze kleurstof was zo in trek dat er van Oost-Duitsland tot in West-Oekraïne heuse hardbloemakkers werden onderhouden met talloze rijen aan overblijvende hardbloem, die de schildluizen aantrokken. Deze landbouwvorm was zo groot, dat deze kleurstof in de 15e en 16e eeuw een van de grootste exportproducten was van Polen. Voor de oogst van de luis werden de planten in hun geheel uit de grond getrokken en vervolgens werden de gemiddeld tien luizen per plant met de hand van het wortelstelsel geplukt en verder verwerkt. Dit precieze karwijtje maakte dat de kleurstof grotendeels een luxeproduct was voor de hogere echelons van de Middeleeuwse maatschappij. Met de introductie van een makkelijker te oogsten schildluis met bovendien een hogere dosis kleurstof in zijn lichaam uit Midden-Amerika verloor echter deze bijzondere teelt rond 1640 al zijn commerciële betekenis en werd dit gebruik erg zeldzaam. Ondertussen is de Poolse grein zelf ook zo zeldzaam geworden dat hij in de meeste landen op de Rode Lijst staat.

Hoewel een plant met de naam overblijvende hardbloem klinkt als een doorgewinterde overlever is deze soort sterk achteruitgegaan door het veranderde landgebruik door de eeuwen heen.

Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in de Week van … Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid.

Tekst: Daan Curwiel, FLORON/SoortenNL
Foto’s: Daan Curwiel; Johann Philip Breyn
Kaart: NDFF Verspreidingsatlas.nl