Zeealsem (Artemisia maritima) is een neefje van de algemenere en bekendere Bijvoet uit de composietenfamilie (Asteraceae). Hij wordt tussen de dertig en zestig centimeter hoog. Zeealsem is een overblijvende plant die met een korte, vertakte, houtige wortelstok over de grond kruipt en bladrozetten vormt. Hieraan ontstaan de opstijgende bloeistengels. De bladeren zijn dubbel geveerd en staan verspreid aan de stengel. De gehele plant is grijs tot witviltig behaard als bescherming tegen uitdroging door uv-straling en wind. De bloemhoofdjes zijn klein en onopvallend, bevatten tussen de drie en zes tweeslachtige buisbloemen, staan knikkend of opgericht en zijn geel tot oranjegeel gekleurd. Elk buisbloempje bevat vervolgens na bevruchting een eenzadig nootje. Alle delen van de plant geuren erg sterk en kruidig, dat valt meteen op als je door een gebied met Zeealsems loopt.
Zeealsem staat, zoals de naam doet vermoeden, aan zee. In Nederland is zij te vinden in het Delta- en het Waddengebied. Vroeger was zij ook te vinden langs de Zuiderzee, maar is daar door de verzoeting compleet verdwenen. Zeealsem is sterk gebonden aan zilte plekken en komt vrijwel uitsluitend buitendijks voor. Daar staat zij op hoger liggende zandige bodems, op schorren en kwelders, aan de voet van zeedijken, in zoutpannen en op de oevers van zilte kreken. Zeealsem groeit in een vrij duidelijke zone, ongeveer halverwege het zoute gradiënt, die zo als een zilvergrijs lint dwars door de zoute gebieden zichtbaar is.
Anemofilie
Zoals eerder benoemd, behoort Zeealsem tot de of composietenfamilie. Als je je de bloem van een Zonnebloem of Madeliefje voorstelt, is het moeilijk een gelijkenis te trekken met de kleine onopvallende bloemen van Zeealsem. Achter dit grote verschil schuilt ook een complete wisseling van functie, die gedurende miljoenen jaren evolutie heeft plaatsgevonden. Waar het overgrote deel van de composietenfamilie door insecten bestoven wordt (entomofilie) – ga maar eens op een zonnige middag een uurtje naar een Margriet kijken – zijn de alsems een ander evolutionair pad ingeslagen. Zo doen Zeealsem en zijn verwanten aan windbestuiving. Dit noemen we ook wel anemofilie. Een windbestuiver maakt heel veel meer stuifmeelkorrels dan een insectbestoven plant. De kans is veel kleiner dat een van deze stuifmeelkorrels via de lucht op een stempel van een andere bloem terecht komt voor succesvolle bestuiving. Alsems zijn van origine planten van steppes en (half-)woestijnen, plekken die niet bepaald gastvrij zijn voor insecten. In zo’n omgeving kan het handiger zijn om voor consistente bestuiving niet te hoeven vertrouwen op de weinige beschikbare insecten en gewoon heel veel stuifmeel met de wind mee te laten voeren. Zodoende is in deze groep langzaamaan windbestuiving ontstaan in een grotendeels door insecten bestoven familie. Helaas betekent dit voor alle mensen met hooikoorts dat deze erg late bloeier nog een klachtengolf kan veroorzaken als het in het najaar relatief windstil is aan zee.
Gebruik als geneesmiddel
Zeealsem is niet zomaar sterk geurend. Zo werkt de geur van Zeealsem insectenwerend en wijze kampeerders leggen dan ook bij veel muggenoverlast een aantal twijgjes in de tent om de steekinsecten buiten te houden. Vroeger werd Zeealsem in Zeeland gedroogd en vervolgens tussen het bedlinnen gelegd. Hoogstwaarschijnlijk werd dit niet alleen tegen de geur van ongewassen mensen gedaan, maar ook om ongedierte en dan voornamelijk de kleermot uit de huizen en bedden te weren.
Zeealsem bevat bovendien in zijn bloemhoofdjes het stofje santonine, dat vroeger regelmatig als geneesmiddel tegen parasitaire spoelwormen in de darmen werd gebruikt. Santonine verlamt namelijk het voorste deel van de wormen en stimuleert hun achterste deel. Hierdoor raakt de worm zijn coördinatie kwijt. Zodoende kan hij zijn plek in het darmstelsel niet behouden en wordt hij langzaam het systeem uitgespoeld. Het middel wordt tegenwoordig echter niet meer gebruikt voor medicinale doeleinden, omdat een dosis die twee tot drie keer hoger ligt dan de geneeskrachtige dosis, al vergiftigingsverschijnselen op kan leveren.
Ben je aan zee en zie je een duidelijke grijze strook begroeiing, dan weet je dat je met de insectenwerende, windbestoven, wormverlammende, zoutminnende, en buitengewoon bijzondere Zeealsem te maken hebt!
Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in de Week van… Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid. |
Tekst: Daan Curwiel, Floron & SoortenNL
Foto’s: Daan Curwiel; Peter Meininger, Saxifraga, Ed Stikvoort, Saxifraga
Kaart: Verspreidingsatlas.nl, NDFF