Welk koolwitje is dat?
De VlinderstichtingHet groot koolwitje is het gemakkelijkst te herkennen. De grote, zwarte vleugelpunten zijn heel kenmerkend en deze zijn zelfs bij een langsvliegende vlinder te zien. Het groot koolwitje is ook wel forser dan de andere drie witjes, maar grootte is wel een lastig kenmerk. Alleen als je ze naast elkaar ziet, is het evident, maar zelfs dan zijn er individuele verschillen. Zo kun je een flink klein koolwitje tegenkomen, maar ook een wat minder fors groot koolwitje. De zwarte tekening op de vleugelpunten is trouwens ook voor de andere soorten belangrijk voor de herkenning. Bij het klein koolwitje is het zwart op de vleugelpunt vrij beperkt en recht afgesneden. Bij het klein geaderd witje druppelt het wat na, met kleine zwarte vlekjes in de rand. Bij het scheefbloemwitje is er een uitgebreide grijszwarte tekening op de vleugelpunt, dat doorloopt tot aan de ader die naar de bovenkant van de zwarte vlek op de vleugel loopt.
Die laatstgenoemde, het scheefbloemwitje, is een relatieve nieuwkomer in ons land. Pas in 2015 werd de eerste gezien, maar inmiddels is dit witje al wel verspreid door het land aanwezig. Typische exemplaren zijn makkelijk te herkennen, maar er zijn er ook die sterk lijken op het klein koolwitje. Behalve het doorlopen van de vleugelpuntvlek tot aan die ader, zijn ook de wat rondere vorm van de vleugel, de grote en vierkante, vaak holle vleugelvlek, en het vaak wat zwart langs de ader richting die vlek, bepalend. Met die vier kenmerken moet op naam brengen wel lukken, maar dan is het wel fijn als je het witje ziet zitten. Vliegend wordt het een ander verhaal en is het soms niet mogelijk.
Meer informatie
Wil je alle kenmerken op een rijtje hebben? Download dan de herkenningskaart witjes (pdf: 0,9 MB) vanaf de website van De Vlinderstichting.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting