Een eerste introductie tot Hommels tellen op de NEM jubileumdag

#25jaarNEM: Over het belang van Burgerwetenschap

SoortenNL
10-JUL-2024 - In het Netwerk Ecologische Monitoring sluiten de overheden en institutionele wetenschappers relatief laat aan bij een feestje dat al honderd jaar aan de gang is, maar ze brengen wel enorm veel meerwaarde mee. Niet alleen de zeggingskracht van de data neemt toe door de structuur en de meetprotocollen, ook het aantal waarnemers stijgt. Kennelijk geeft de zingeving ook goede zin.

In 1990 deden grofweg vijfduizend mensen mee aan natuuronderzoek, door waarnemingen op te sturen op briefkaarten of speciaal ontworpen formulieren. Dat ging ouderwets met postzegels. Door die data ook werkelijk te gebruiken, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van Natura2000-gebieden en voor rapportages en onderzoeken en door daar met slogans zoals ‘Tel mee’ over te communiceren, steeg het aantal waarnemers met bijna duizend per jaar. Dankzij allerlei websites en apps in de 21e eeuw, stijgen de aantallen daarna exponentieel.

Citizen science in cijfers

Een sociaal contract

Onderzoeken naar motivaties en drijfveren in binnen- en buitenland laten zien dat er sprake is van een ongeschreven contract tussen vrijwilligers en organisaties die hun waarnemingen beheren als data. Zij mogen dat doen, zolang ze met hun activiteiten opereren in het verlengde van de drijfveren van de waarnemers. Dat is in de regel niet moeilijk: de belangrijkste zijn dat waarnemers zich verbonden voelen met de natuur en dat ze er graag meer over willen leren. In zekere zin zijn dat hedonistische motieven: waarnemers zijn graag buiten en via kennis geven ze vorm aan hun verbinding.

Zichzelf versterkend effect

Waarnemen is ‘leren kijken’, waardoor nieuwe werelden open gaan: nieuwe soortgroepen, nieuwe technieken, andere zintuigen. Dit is een doorlopend en zelfversterkend proces: door nieuwe ontdekkingen in de natuur willen waarnemers steeds weer nieuwe dingen leren en nog aandachtiger de natuur bestuderen, waardoor zich ook steeds weer nieuwe werelden voor hen openen. Het is een zichzelf versterkend effect. Waarnemers hebben nog een andere belangrijke drijfveer: ze willen een bijdrage leveren aan bescherming van de natuur.  Waarnemen is vaak onderdeel van een bredere zorg voor natuur, en data doorgeven aan het Netwerk Ecologische Monitring (NEM) is een manier om in actie te komen voor natuur. Monitoring is daarmee een manier om te weten hoe het met de natuur gaat, en hier beter voor te kunnen zorgen. Het proces van ontdekking en verwondering versterkt op die manier de band met en de zorg voor de natuur.

In de marge zijn er voorbeelden bekend waar waarnemers ophouden met het doorgeven van waarnemingen als hun vertrouwen wordt geschaad – bijvoorbeeld wanneer getelde vogels afgeschoten worden op basis van rapporten die gebaseerd zijn op tellingen. In de regel valt het datagebruik heel goed uit te leggen. Opvallend is dat de resultaten van onderzoek naar motivaties en drijfveren goed overeenkomen met wat soortenorganisaties al jarenlang communiceerden voordat die onderzoeken werden gedaan: waarnemers laten zich leiden door zorg en verwondering en dat uit zich in zowel bescherming als wetenschap.

Groene vrijwilligers

De tellers – of ook wel waarnemers genoemd – komen in hun motivaties en drijfveren in hoge mate overeen met de herstellers, de vertellers en de bellers. Of met andere woorden: mensen die zich in zetten voor beheer en herstel van natuur en landschap, bijvoorbeeld actief bij LandschappenNL (de herstellers), en mensen die vooral veel excursies leiden of actief zijn met educatieve activiteiten zoals bezoekerscentra, bijvoorbeeld onder de vlag van de KNNV en IVN (de vertellers). Mensen die zich vrijwillig inzetten voor bestuursfuncties, politieke participatie of inspraak hebben we voor de analogie ‘bellers’ genoemd.

Veel interesse voor de 'citizen' achter de 'science' op het NEM-Jubileum

Als je de resultaten van wat dichterbij bekijkt, zie je ook verschillen. Bijvoorbeeld dat herstellers relatief sterker gedreven worden door samenwerken met andere mensen en werken met de handen. Dat is natuurlijk ook logisch. De verschillen zijn klein en de eerder genoemde kernmotivaties voor waarnemers – verbondenheid en bescherming – zijn ook voor de andere groepen het belangrijkst. Ook zien we dat veel groene vrijwilligers bij verschillende activiteiten betrokken zijn. Het zijn verschillende rollen, maar die worden geregeld vervuld door dezelfde mensen. Dus alhoewel organisaties onderscheid maken en elk hun eigen doelgroep bedienen, lijkt het erop dat de basis van de motivaties en drijfveren één grote groep vormt, met ongeveer net zoveel verschillen en overeenkomsten binnen organisaties als tussen organisaties.

Het waterleven bestuderen op de NEM-jubileumdag

Eigenaarschap

Alle organisaties verzorgen een breed en gedeeld eigenaarschap en verantwoordelijkheid voor natuur en landschap. Dat is transformatief: mensen die gaan tellen worden vogelaar. Het wordt een identiteit. Het gebiedje waar ze vogels tellen noemen ze ‘mijn gebiedje’. Ze zijn natuurlijk geen eigenaar in materiële zin, maar ze voelen zich eigenaar. Dat is een groot goed in een samenleving, dat er meer is dan materieel eigendom alleen. Hier zit een belangrijke meerwaarde van burgerwetenschap. Niet alleen de professor heeft gelijk, maar de feiten komen tot stand met behulp van en worden gedeeld binnen een grote gemeenschap. Het is een vorm van gedeelde waarheidsvinding. Als mensen de wereld met andere ogen gaan zien, gaan ze mogelijk ook andere dingen doen.

Dit artikel is deel van een serie in het kader van het 25-jarig jubileum van het Netwerk Ecologische Monitoring. Volgende week lees je over de 'science' in citizen science.

Tekst: Sander Turnhout, SoortenNL & Raboud Universiteit; Wessel Ganzenvoort, Tilburg University
Infographic: Compendium voor de Leefomgeving
Foto's: Harvey van Diek, SOVON