Natuurjournaal 26 mei 2024

De gewone vlier bloeit in mei en juni en in dit warme en vroege jaar staan ze nu dus volop in bloei. Als je vlierbloesemlimonade wil maken kun je er dus beter maar snel bij zijn. De gewone vlier groeit als struik of boom en kan een meter of zeven hoog worden. De plant kan zowel op droge als vochtige grond groeien en kan ook goed tegen stikstofrijke grond. Daarvan is er genoeg en je ziet haar dan ook in het hele land. Nu vallen de witte bloemen op, die sterk ruiken. Die bloemen groeien in zogenaamde tuilen. Het lijken schermen, maar ze zitten net iets anders in elkaar. Vlier is dan ook geen schermbloemige. De kleine bloemetjes zijn wit, maar door de crèmekleurige meeldraden met stuifmeel zien de bloemtuilen er niet spierwit uit.

Op die bloemtrossen is het vaak een gekrioel van insecten. Zweefvliegen en kevers zijn dol op de oppervlakkige bloemen waar ze niet in hoeven te kruipen. Daarom kan je de insecten goed bekijken! Veel zweefvliegen doen aan mimicry en imiteren bijen of wespen. De grote fopwesp krijgt een tien voor de uitvoering en lijkt echt veel op een gewone wesp. Maar als je even wat beter kijkt zie je de grote ogen, kortere antennes dan bij een wesp en bovendien ontbreekt de wespentaille. De grote fopwesp houdt trouwens meer van echte schermbloemigen dan van vlier, zoals zevenblad dat nu ook in bloei raakt. Geraniums zijn ook geliefd, je kan deze zweefvlieg dus ook in de tuin tegenkomen.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Hans Dekker, Saxifraga; Dick van Hoffen, Waarneming.nl