kegelbijvlieg

Natuurjournaal 23 maart 2024

Nature Today
23-MRT-2024 - Zanglijsters leggen eieren en op zoek naar de kegelbijvlieg.

Op nectar en stuifmeel in bloesem en andere bloeiende planten komen allerlei insecten af, maar honingbijen vormen vaak de hoofdmoot. Toch is niet elke bij ook echt een bij… Bijvliegen zijn zweefvliegen die – de naam zegt het al – veel op bijen lijken. De kegelbijvlieg is een soort die al vroeg in het jaar vliegt en nu veel te zien is. Ze komen in het hele land voor, ook veel in tuinen. Als ze even stilzitten op een bloem kan je ze goed bekijken. Het borststuk en achterlijf zijn donker en vrij behaard, op het achterlijf zitten bovenaan twee gele vlekken. Hun unieke kenmerk: gele voor- en middentarsen oftewel ‘gele tenen’. Maar om dat zien moet je wel een hele scherpe blik hebben! De vrouwtjes zijn wat breder, de mannetjes hebben een driehoekig achterlijf. Die mannen zijn vaak zwevend te zien, rustig hangen ze stil in de lucht boven een paar vrouwelijke kegelbijvliegen.

Deze zanglijster is nestmateriaal aan het verzamelen

Op een plek laag in een struik of boom, diep tussen de takken, is het nest van de zanglijster. De ouders bouwen een kleine kom van takjes en stukjes zacht, vermolmd hout. De binnenkant wordt geïsoleerd met mos en gras en daarna gestuct met modder. Nu het af is, legt vrouw zanglijster drie tot zes eieren. Dan gaat het snel: na twee weken moeten de ouders aan de bak om die hongerige kuikens van wormen, slakjes en andere bodembeestjes te voorzien. Driftig pikken zanglijsters dan door bladeren en strooisel op de bodem waarbij er grond en blad in het rond vliegt. Alles om het kroost te voeren! Zanglijsters houden van een beboste omgeving met dichte struiken en bomen, maar ook van open plekken en grasveldjes om eten te zoeken. In groene wijken in de stad voelen ze zich ook thuis.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Peter Meininger, Saxifraga; Koos Dansen