Natuurjournaal 11 mei 2024

Graspiepers hebben een lange broedtijd van het vroege voorjaar tot ver in de zomer. De eerste paartjes broeden al eind maart, maar de meeste zitten nu op de eieren. Binnen zes weken zijn de kinderen de deur uit: twee weken broeden, twee weken tot ze vliegvlug zijn en dan voeren de ouders ze nog twee weken. Daarna volgt er een tweede legsel. Graspiepers broeden op de grond, goed verstopt tussen dichte begroeiing, maar wel in open gebieden. Als ze pech hebben, heeft een koekoek één van de eieren uit het nest gegooid en haar eigen ei ervoor in de plaats gelegd. Dan zijn de graspiepers een stuk langer bezig om het koekoeksjong te voeren.

Met het mooie weer vliegen er volop juffertjes! Soorten die je nu veel ziet zijn de vuurjuffer en die van de 'blauwe juffers'. Lees in dit bericht hoe je daarvan de azuurwaterjuffer, variabele waterjuffer en watersnuffel kunt herkennen. Ook het lantaarntje vliegt nu weer, de algemeenste juffer van Nederland. Die moet je dus kunnen tegenkomen! Van boven gezien is het achterlijf helemaal donker, behalve het achtste segment dat helderblauw oplicht als een lantaarntje. Ook de vrouwtjes hebben dat donkere achterlijf, maar de lichtgekleurde delen zijn niet altijd blauw maar kunnen allerlei kleuren zijn, van groen, blauw, paars, oranje tot lichtbruin.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's:Gertjan van Noord, Flickr; Kars Veling, De Vlinderstichting