Natuurjournaal 7 oktober 2024
Nature TodayDe graspieper trekt in oktober volop door Nederland. Het is de meest algemene pieper in ons land, al is hij als broedvogel wel sterk achteruitgegaan. De Nederlandse graspiepers trekken na de broedtijd grotendeels weg naar Zuidwest-Europa, en in de winter zijn in Nederland vooral graspiepers uit Scandinavië te zien. Zij trekken vanaf eind september naar hun overwinteringsgebied. Half oktober bereiken de aantallen een hoogtepunt en worden er soms tienduizenden graspiepers per dag gezien. Met name de telpost in Breskens telt soms enorme aantallen, met een record van 381.290 graspiepers op 15 april 2003. Graspiepers trekken bij voorkeur overdag, het liefst in de ochtend. Vroeg opstaan en een kijkje nemen bij een trektelpost is nu dan ook zeer de moeite waard.
De halmen van het pijpenstrootje werden van oudsher gebruikt voor de binnenkanten van pijpen, en daar heeft dit gras zijn naam aan te danken. Bovengronds vormt het pijpenstrootje grote en stevige graspollen. Je kan ze in het najaar goed herkennen aan de bloeiwijzen: lange sprieten die hoog boven de pollen uit steken. Pijpenstrootje wordt steeds talrijker en draagt bij aan de ‘vergrassing’ van de heide. Door de toename van stikstof in de bodem breidt het zich explosief uit, waardoor andere plantensoorten in de verdrukking komen. Natuurbeheerders zijn daar niet altijd blij mee. Toch is het pijpenstrootje ook een belangrijke plant. Veel vlinders gebruiken hem als voedselplant, zoals het bont dikkopje, het groot dikkopje, het bont zandoogje, het koevinkje en de witstipgrasuil.
Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Hans Dekker, Saxifraga; Jan van der Straaten, Saxifraga