Natuurjournaal 19 april 2024

Opvallend vroeg zijn de nachtegalen weer terug uit Afrika. Je hoort ze wel, maar je ziet ze niet. De nachtegaal is een echte ‘kleine bruine bosjesvogel’ die zich in dicht struweel verstopt. Ze komen veel voor in de duinen, langs de rivieren en andere vochtige, bosjesrijke plekken zoals de Biesbosch, het Lauwersmeer en ook veel in Flevoland. Hoe dichter die bosjes, hoe beter. Bramen en brandnetels vormen een goede dekking voor het nest op de grond. Maar zo ver is het nog niet, eerst proberen de nachtegaalmannen een vrouw te verleiden. Van hun bruine jasje moeten ze het niet hebben, de versierkunsten leven ze uit in een hartstochtelijke serenade.

Wandel of fiets je na zonsondergang, dan ontkom je er in deze tijd bijna niet aan om knisperend een huisjesslak of glibberend een naaktslak te verpletteren. Als hij niet zo’n vroegtijdig einde treft, kan de tijgerslak twee tot drie jaar oud worden. In die tijd bereikt hij een grootte van vijftien tot twintig centimeter waarmee het een van de grootste naaktslakken van Europa is. Ze komen voor in bossen en tuinen en keren na hun nachtelijke voedseltochten elke dag terug naar hun favoriete verstopplek onder een steen of plantenpot. Het zijn grote eters die niet alleen planten en paddenstoelen verslinden, maar ook andere slakken, dood of levend! Een omnivoor en een beetje een roofdier dus, maar de naam hebben ze toch vooral aan hun streepjes te danken.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Hans Dekker, Saxifraga; Frank Vassen, Wikimedia Commons