Groene steden zijn noodzakelijk voor een leefbare toekomst van mensen en vogels
Vogelbescherming NederlandDat blijkt uit onderzoek, in opdracht van Natuur & Milieu, Vogelbescherming Nederland, ANWB en Staatsbosbeheer, naar de tien groennormen die op dit moment gebruikt worden door steden. Het rapport werd vandaag in Den Haag aan demissionaire ministers De Jonge en Van der Wal overhandigd. Daarin pleiten de organisaties voor één integrale norm die landelijk wordt ingevoerd. Daarnaast moet de overheid geld reserveren. Het realiseren van extra groen in bestaand bebouwd gebied om te voldoen aan een norm kost tussen de 1 en 2 miljard euro per jaar voor alle gemeenten.
Indicerende vogels
Vogels vertellen ons hoe het gaat met de omgeving. Gaat het goed met de vogels in de stad, dan is de natuur in deze buurt gezond. Van de vogelsoorten die in de steden leven, gaat meer dan de helft in aantal achteruit. Dit is een trend die al jaren gaande is. Veel openbaar groen is verdwenen waardoor soorten die graag in parken en struiken leven, zoals merels, spreeuwen, staartmezen en groenlingen, moeite hebben met voedsel vinden. In steden als Rotterdam en Den Haag is de huismus zo goed als verdwenen en in de meeste steden zien we een halvering van de aantallen van de huismus.
Landelijke groennorm
Vogelbescherming pleit daarom samen met Natuur & Milieu, ANWB en Staatsbosbeheer voor één landelijke, integrale groennorm voor het vergroenen van steden. Groenere steden zijn nodig om de biodiversiteit te versterken, om ons aan te passen aan klimaatverandering en voor de gezondheid en het welzijn van de inwoners. De organisaties pleiten voor een integrale norm: één die niet alleen uitgaat van de hoeveelheid groen, maar die ook kijkt naar de positieve effecten op de leefomgeving en op de biodiversiteit. Bijvoorbeeld door te zorgen voor goede verbindingen tussen land en water door middel van parken, oevers en plantsoenen die op een natuurlijke manier met elkaar verbonden zijn. Dat is goed voor de vogels, maar geeft bijvoorbeeld ook een impuls aan recreatie.
Basiskwaliteit Natuur
Vogelbescherming werkt al jaren hard aan het leefbaar maken van onze steden door natuurinclusief bouwen te stimuleren, bewoners te helpen bij het vergroenen van hun tuinen en door met gemeentes te praten over het stedelijk groen. Een belangrijk onderdeel daarbij is het uitgangspunt Basiskwaliteit Natuur: de minimale hoeveelheid groen en vogelsoorten in een wijk of buurt waardoor de omgeving leefbaar blijft. Op die manier blijven soorten die algemeen zijn algemeen en werken we aan een leefbare toekomst, voor vogels én mensen.
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto: Harry Meesters (leadfoto: v.l.n.r. Caroline Porsius (SBB), Sylvo Thijsen (SBB), Minister de Jonge, Timo Roeke (VBN), Minister van der Wal, Marjolein Demmers (Natuur & Milieu), Paul Makken (ANWB), Josje Majoor (ANWB), Harry Boeschoten (SBB), Manon Tentij (VBN))