Egelantierbottels in de Historische Tuin Aalsmeer

Inheemse planten: egelantier

Hortus botanicus Leiden
20-AUG-2023 - Een lief roosje met een bijzondere naam. Raadselachtig dat deze snoes niet tot de top vijf van de verkiezing voor de nationale bloem wist door te dringen. Maak kennis met de egelantier in een van de Nederlandse botanische tuinen.

De rozenfamilie is in Nederland met zo’n negen inheemse rozensoorten goed vertegenwoordigd. Maar er horen ook andere struiken, bomen kruiden tot de familie, en dat is soms verrassend. Wat dacht u van peer, appel, mispel, sleedoorn, meidoorn, bosaardbei, grote pimpernel? Op de stoep en elders in de stad zijn ook familieleden te vinden: vijfvingerkruid, fraaie vrouwenmantel, zilverschoon, schijnaardbei. Slaat u de Zakgids Stoepplanten er maar eens op na. 

Rederijkers

Liefhebbers van de woordkunst denken bij de naam egelantier niet direct aan de bloem, schrijft Nicoline van der Sijs in de recente heruitgave van de Flora Batava. ‘Poëzieliefhebbers hebben een heel andere associatie: bij hen brengt egelantier de gelijknamige Amsterdamse rederijkerskamer in herinnering waarvan illustere dichters als Roemer Visscher en P.C. Hooft lid waren. De Eglantier, zoals de naam meestal werd gespeld, werd in 1517 opgericht. In deze rederijkerskamers scherpten dichters in verenigingsverband hun welsprekendheid en dichtkunst.’ Veel van die rederijkerskamers hadden bloemennamen. De roos wordt in verband gebracht met Maria, dus egelantier was een keurige keus. Nicoline van der Sijs schrijft nog veel meer leuks over bloemen en rederijkerskamers maar dat moet u zelf maar even naslaan in de Flora Batava. Over de naam egelantier schrijft ze overigens dat die in de dertiende eeuw in Vlaamse teksten was ontleend aan het Frans, en dat de egelantier symbool stond voor de liefde.

Egelantier in de Historische Tuin AalsmeerEgelantier in Arboretum Belmonte

Inheems en aangeplant

Cees van Dam van de Historische Tuin in Aalsmeer heeft een minder romantische verklaring voor de tweede helft van de wetenschappelijke naam: rubiginosa wijst op de roestbruine kleur van de klieren aan de onderkant van de bladeren. Cees: "Deze roos werd door Linnaeus in 1753 Rosa egelanteria genoemd, maar in 1771 door hem als Rosa rubiginosa beschreven. Rozen beschrijven is achteraf niet zijn de sterkste kant geweest. Rosa rubiginosa is inheems in de Kaukasus en Europa, behalve Portugal en Spanje. Vanuit Zuid-Europa is deze roos waarschijnlijk richting Nederland gekomen. Oude vindplaatsen zijn vooral in Zuid-Limburg, maar er zijn opvallend veel vindplaatsen langs de grote rivieren. Vermoedelijk hebben de rivieren voor de verspreiding gezorgd. Ook vinden we deze roos in jeneverbes-landschappen, maar hier zou het om zaailingen van aanplant bij havezates kunnen gaan. In de duinen is Rosa rubiginosa waarschijnlijk aangeplant ter bescherming van het zandduin."

De mooie naam egelantier was er al ver voor Linnaeus. Cees: "Alle oude beschrijvingen van planten in Nederland noemen de egelantierroos. Vooral rond Haarlem stonden veel exemplaren. Tegenwoordig betwijfelt men de soortechtheid van die vindplaats. Het zou om de schijnegelantier kunnen gaan, Rosa henkeri-schulzei." Kenmerkend zijn de rechtopstaande kelkblaadjes die op de rode bottels tot in de winter overblijven, legt Cees uit. Bij de schijnegelantier vallen ze eerder af.

 De bottels van egelantier zijn rond deze tijd nog stekeligAchterzijde blad egelantier

Appelgeur

De egelantier is een opgaand groeiende roos die tot drie meter hoog kan worden. Op de overjarige takken, die naar de grond buigen, vormen zich de bloemen. Je leest altijd dat het gekneusde blad van de egelantier naar appeltjes ruikt en ik herinner me de geur, maar als ik het probeer bij de egelantier in de rozentuin van de Leidse Hortus (foei) ruik ik niets. Dat ligt niet aan mijn alweer wat oudere neus, ook studente Laura (maakster van de lijnillustratie bij dit stukje) ruikt geen appel. Misschien is augustus voor de bladgeur niet de juiste tijd. De plakkerige klieren onderaan het blad zouden bij kneuzing de appeltjeslucht af moeten geven. Als u volgend voorjaar vers geurig blad treft, dan ben ik benieuwd of u ‘appel’ de juiste omschrijving vindt. Het is een prettige, specifieke lucht die ik alleen ken van egelantierblad.

Kort en vroeg

Bottels egelantier

De egelantier zou volgens de boekjes tot augustus moeten bloeien, maar u kunt nu beter naar de bottels uitkijken. "Bezoekers zijn vaak verrast, of eigenlijk teleurgesteld, dat er zomers nog maar weinig rozen bloeien in het Rosarium," vertelt Diedel Kornet, samen met Martin White vrijwillig beheerder van het rosarium in de Leidse Hortus. "Bezoekers zijn gewend aan al die doorbloeiende gecultiveerde rozen. Het is het vaak nieuw voor hen dat onze meeste wilde rozen maar een korte en relatief vroege bloeiperiode hebben." Diedel hield vorig jaar en dit jaar de bloeitijd van de egalantier in de rozentuin bij: in 2022 bloeide hij van week 22 tot 26, dit jaar van week 22 tot 27.

Geen rozengeur

Het is inmiddels week 33, de heerlijke bloemgeur moet u dit jaar dus missen. Wel rijpen de bottels. Ze zijn nu nog groen en vol stekels, gaandeweg kleuren ze oranjerood en worden glad en glanzend. Een fijne voorraadkast voor vogels en andere dieren. Diedel: "De bloemstelen/bottelstelen hebben gesteelde klieren. Op de bottels kunnen ook meer of minder gesteelde klieren zitten, maar die zijn als determinatiekenmerk niet van belang." Diedel en Martin hebben de planten in het rosarium vindbaar gemaakt via de Garden Explorer van de Leidse Hortus. Daar ziet u gemakkelijk waar de plant te vinden is. 

Egelantier

Meer tuinen

Er zijn meer botanische tuinen waar u de egelantier kunt komen bekijken. Arboretum Belmonte heeft een prachtige rozencollectie, al is het iets lastiger om de egelantier te vinden. Speur in het bed van de Europese wilde rozen. Belmonte is prachtig dus het is geen staf om tussen de rozen rond te kijken en de verschillende soorten te bekijken op zoek naar de egelantier. In het wild groeit egelantier in bosranden, bosjes en heggen. Op die laatste plekken komen de stekels ons goed van pas. Hier vindt u een overzicht van botanische tuinen die de egelantier in hun collectie hebben.

Aangeplant

Hoewel inheems, is de egelantier ook heel wat aangeplant. Cees: "In een tijd dat er nog weinig gecultiveerde rozen waren, zoals later de gallica en alba rozen, waren de inheemse rozen gewild als symbool van schoonheid en liefde. Omdat deze roos wat compacter groeit dan de vroeger veel voorkomende als de hondsroos (Rosa canina) en de kaneelroos (Rosa majalis), was de egelantier populair als aanplant op buitenplaatsen en landhuizen. De duinroos (Rosa spinosissima) was door de kleinere bloemen en bottels minder gewild. De geur van het blad van de egelantier was natuurlijk ook een pré. In Engeland werd deze roos ook wel als leiroos gebruikt, om zo een afscheiding te maken voor vee en mensen.

Kruisingen

Egelantier in de rozentuin van de Leidse HortusHoewel deze roos heel goed zelfbestuivend is, heeft recent onderzoek aangetoond, dat de aanplant van meerdere struiken meer succes geeft voor de vorming van bottels. Opmerkelijk is ook, dat er maar weinig kruisingen bekent zijn waar Rosa rubiginosa een rol in heeft gespeeld. Eind 1800 heeft Lord Penzance een paar rubiginosa-kruisingen op de markt gebracht, maar deze cultivars konden niet concurreren met de nieuwe doorbloeiende rozen van die tijd. Cees vertelt dat Rosa rubiginosa weinig last heeft van de bekende rozen-aantastingen. "Andere inheemse soorten zoals hondsroos zijn heel meeldauwgevoelig en de bottelroos (Rosa villosa) is erg gevoelig voor roestaantasting van het blad."

Gebruik

Egelantierbottels in de Historische Tuin AalsmeerTegenwoordig is de egelantier populair in voedselbossen, natuurlijke hagen en nieuwe landschappelijke beplantingen. Cees: "De bottels hebben een hoog gehalte aan vitamine C. Er zijn crèmes in de handel gemaakt van de bottels van de egelantier tegen kraaienpootjes en dergelijke. In zuidelijke landen maakt men rozenolie van de bloemblaadjes."

Meer informatie

  • Blijf op de hoogte van de activiteiten in de Nederlandse botanische tuinen en schrijf u in voor de maandelijkse nieuwsbrief.
  • De agenda van de tuinen vindt u op de website.

Tekst: Hanneke Jelles, Hortus botanicus Leiden, met dank aan Cees van Dam (Historische Tuin Aalsmeer), Diedel Kornet en Martin White (Hortus botanicus Leiden), Mirjam Lemmens en Theo Damen (Arboretum Belmonte)
Foto's: Cees van Dam (leadfoto: egelantierbottels in de Historische Tuin Aalsmeer); Theo Damen; Martin White 
Tekening: Laura van der Pluijm