Inheemse planten: vogelwikke
Hortus botanicus LeidenVogelwikke is een van de veertig inheemse planten die de jury van de Nationale Bloem selecteerde. Madeliefje werd uitverkoren en vogelwikke haalde de top vijf niet. Dat had toch best gekund. Wie een beetje naar planten kijkt, kent en ziet de vogelwikke (Vicia cracca); het is vermoedelijk de meest voorkomende vlinderbloemige van Nederland. Mijn bloeiende exemplaren in de Zeeuwse berm waren geen toevalstreffer. Op Waarneming.nl en Verspreidingsatlas.nl wordt vogelwikke gemeld uit het hele land.
Meer wikkes
Sipke Gonggrijp, collectiebeheerder bij Hortus Alkmaar: "Vogelwikke komt algemeen voor in zandige bermen en andere zanderige locaties zoals duinen. Er zijn een paar soorten die er wel op lijken: voederwikke, vergeten wikke en slanke wikke – maar die hebben duidelijk minder bloemen in de tros. Bonte wikke heeft ook trossen met veel bloemen, maar die heeft twee kleuren." Die bonte wikke is steeds vaker te zien, omdat hij ingezaaid wordt. Een stoepplant is de vogelwikke niet, al groeit hij wel volop in de stad. Jac. P. Thijsse nam vogelwikke op in zijn boekje ‘Onkruiden’, maar schrijft: 'Het gaat eigenlijk niet aan, om dat prachtige plantje een onkruid te noemen. Weliswaar neemt het in het hooiland soms te veel ruimte in, maar daar is toch weinig tegen in te brengen, want het vee heeft daar minder bezwaar tegen dan tegen boterbloemen, zuring of distels.'
Meer botanische tuinen
Naast de Hortus Alkmaar hebben onder meer Botanische Tuin Arboretum Oudenbosch, Hortus botanicus Haren en Botanische Tuin De Kruidhof vogelwikke in de collectie. Of hij in die tuinen nog bloeit, kunnen we niet garanderen. In de berm heeft u meer kans. Kenmerken volgens Flora van Nederland: bloemtrossen uit de bladoksels, tot wel dertig bloemen per tros met lange steel, veerdelige bladeren eindigend in een rank. Daarmee werken de planten zich omhoog in het gras. De stevige, kantige stengels kunnen zo'n anderhalve meter lang worden. Soms is de plant zijdeachtig behaard. Het is een vaste plant. De wortels groeien diep en hebben veel uitlopers, zodat een maaibeurt in de berm niet het einde van vogelwikke betekent.
Vogeltje
Wikke behoort tot de vlinderbloemigen, maar in dit geval zien veel mensen er een ander dier in. Als je één bloempje met steeltje en al van de bloemtros plukt en je legt het op je hand, is het sprekend een vliegende kolibri. Esther van Gelder, redacteur van de heruitgegeven Flora Batava, schrijft in dat boek: ‘Een van mijn vroegste herinneringen gaat over vogelwikke. Ik moet nog klein zijn geweest, want de herinnering bestaat uit de grote vingers van mijn vader met daarop een klein, paarsblauw bloemetje. ‘Kijk, Esther, daarom heet het vogelwikke.’ Of de naam vogelwikke echt te danken is aan de gelijkenis met een vogel, of simpelweg omdat duiven en andere vogels de zaadjes graag lusten, is niet zeker.
Omdat de plant goed veevoer vormt, is hij in het verleden wel met dit doel gekweekt, en ook als groenbemester ingezet. Bij ons is vogelwikke inheems. ‘Onze’ vogelwikke groeit tegenwoordig ook in midden Noord-Amerika, het zuiden van Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en Australië en Nieuw-Zeeland, meldt Waarneming.nl.
Bestuivers
De bloemen trekken hommels en andere bijen. Die drukken de zwaarden en kiel naar beneden. Het stuifmeel komt dan op de kiel en de onderzijde van de bij terecht. De meeldraden blijven in de kiel achter, schrijven Arjen Neve en Raymond van der Ham in het boek ‘Bijenplanten, nectar en stuifmeel voor honingbijen.’ Honingbijen verzamelen nectar en stuifmeel op de bloemen. De stuifmeelklompjes zijn bruingeel. Doe net als Jac. P. Thijsse en ga er geduldig bij zitten om te zien hoe dat in z'n werk gaat.
Soms zie je gaatjes in de bloemen: die worden gemaakt door hommels met een korte tong, die 'inbreken' om de nectar te pakken te krijgen waar ze anders niet bij kunnen. Er zijn nog meer mee-eters: bladluizen voelen zich vaak prima op de steel.
Bestuiving – en daar zorgen zulke inbrekers natuurlijk niet voor – levert een kaal peultje vol zaadjes op. Als die rijp is springen de twee kleppen open en rollen daarbij in een spiraal op. Zo worden de ronde zaadjes weggeslingerd. Het zaad kiemt direct, je kunt het niet lang bewaren.
Meer informatie
- Samenwerkende botanische tuinen. Schrijf u in voor de maandelijkse nieuwsbrief.
- Stoepplanten en stadsnatuur.
Tekst: Hanneke Jelles, Hortus botanicus Leiden. Met dank aan Sipke Gongrijp, Hortus Alkmaar
Afbeeldingen: KU Leuven; Hortus Alkmaar; Laura van der Pluijm